KOM met me mee naar de eerste helft van de jaren zestig. Drie knapen houden zich op in het Bredense Sparrenbosje⇲, Fred, Vaantje, ik. Daar zitten we op ’t dak van Frisco⇲, een oorlogsruïne. We hebben er een mooi uitzicht over de wijk beneden de duinen.
Daar ligt, ter linkerzijde, het met prikkeldraad goed afgeschermde ‘mijnenveld’ dat zijn naam aan de oorlog overhoudt. In ’t midden staat een afgesloten gebouw waarvan de oorspronkelijke functie me niet bekend is. Liggen er in dat mijnenveld nog altijd mijnen? Soms denken we van wel, soms van niet. Om de kwestie te beslechten negeren Fred, Vaantje en ik die dag het bordje ‘STRENG VERBODEN TOEGANG’, we kruipen tussen de prikkeldraad door en trekken het verboden terrein in. We slaan hoog opgeschoten onkruid weg en prikken ijverig in de grond. Al gauw stoten we op een interessant obstakel, we halen ’t gras weg en leggen een metalen handvat bloot. Als dat niet het handvat van een landmijn is, wat dan wel? De spanning stijgt, de situatie vraagt om uiterste voorzichtigheid en dus ook om een weloverwogen plan dat er als volgt uitziet: Fred trekt aan ’t handvat, ik trek aan Fred en Vaantje trekt aan mij. Zodra het tuig boven aarde komt, gooien we ons te gronde, zodat een hoog opspattende mijnontploffing ons niet raakt. Strak plan! Zo gebeurt het dat drie knapen die dag in ’t mijnenveld uit de grond het deksel van een… vuilnisbak trekken. Waarna twee tegenstrijdige gevoelens om voorrang strijden: ontgoocheling omdat ’t geen mijn is en opluchting om dezelfde reden.
Ik speur ’t internet af, zoekend naar een foto van dat mijnenveld. Tevergeefs! Daarna zoek ik ook vergeefs naar een foto van de camping die daar nadien komt. De Royal Automobile Club de Belgique richt daar in 1965 inderdaad een eigen kampeerterrein in, de RACB, camping nummer 26. Op 20 juni 2024 duikt dan toch een foto op van die camping, ik plaats hem bovenaan dit stuk. Nog later komt in het centraal gelegen gebouw een etablissement dat Salamander heet, de naam van de daar gelegen minigolf refereert daar nog aan.
’t Huidige Paelsteenveld⇲ valt (volledig?) samen met dat oud-mijnenveld, het Meeting- en eventcentrum Staf Versluys⇲ staat op de plaats waar het centraal gelegen bouwwerk in dat oud-mijnenveld stond, gebouw waarvan de oorspronkelijke functie me onbekend is. Frisco⇲ stond destijds, denk ik, ongeveer ter hoogte van de droge opgang⇲. Hoog opgeschoten bomen die daar in die tijd niet stonden, beletten me nu het uitzicht op het dal. Ik zal u nooit kunnen tonen wat Fred, Vaantje en ik⇲ zagen toen we vanop ’t dak van Frisco naar ‘t mijnenveld keken (tenzij u me daar een foto van bezorgt, wat ik niet verwacht, maar wel hoop. Desgevallend plaats ik die hierboven.)
’t Huidige Paelsteenveld⇲ valt (volledig?) samen met dat oud-mijnenveld, het Meeting- en eventcentrum Staf Versluys⇲ staat op de plaats waar het centraal gelegen bouwwerk in dat oud-mijnenveld stond, gebouw waarvan de oorspronkelijke functie me onbekend is. Frisco⇲ stond destijds, denk ik, ongeveer ter hoogte van de droge opgang⇲. Hoog opgeschoten bomen die daar in die tijd niet stonden, beletten me nu het uitzicht op het dal. Ik zal u nooit kunnen tonen wat Fred, Vaantje en ik⇲ zagen toen we vanop ’t dak van Frisco naar ‘t mijnenveld keken (tenzij u me daar een foto van bezorgt, wat ik niet verwacht, maar wel hoop. Desgevallend plaats ik die hierboven.)
1 opmerking:
Mooi verhaal en nee ik heb geen foto voor je, mijn jeugd speelde zich af in Brugge op St Jozef, st gillies, de komvest, de molens en inderdaad op die nu verdwenen plaatsen die enkel nog leven in onze herinneringen... Je verhaal was wel de trigger voor een hoop herinneringen die bij me op kwamen en me lieten mijmeren. Over half gezonken binnenschepen op de komvest en de Damse vaart. Nu zouden ze dat een death trap noemen o wee De Veiligheid en inderdaad met hoofdletters... Toen in de jaren 60 begin 70 was dat geoorloofd speelterein. Zelfde voor een verlaten klooster, niemand maalde er om dat je er binnen klom om avonturen te beleven in de verwilderde kloostertuin waar langs een droog kanaal majestueuze beelden van heiligen oprezen met op het eind Jezus met gespreide armen overgroeid met klimpop.... Het nu ingedamd dukkertje tussen Brugge en Damme en de ontelbare slootjes en plassen rond het waggelwater die nog krioelden van die krinkelende winkelende waterdingen... Straat schoffies met heel de stad en omstreken als ons speelterein, s'morgens de deur uit en s'avond voor donker weer binnen...
Een reactie posten