Bovenaan rechts: Marijke Vandekerckhove⇲ en ik achteraan het appartementje Baelskaai 2. De groene pijl verbindt het platform met dezelfde plaats, maar dan opgenomen in het flatgebouw Baelskaai ONE. Onderaan links: Bert Vandekerckhove⇲ en Merel De Smet op de kaai van het Vuurtorendok, in de weer met hun kruisnet. Op de achtergrond de kraan waarmee Staf Versluys⇲ jachten uit ’t dok haalde. In de top van de kraanarm had zich een koppel eksters genesteld. De rode pijl verbindt de blinde muur van 1988 met dezelfde plek in een nog te bouwen flatgebouw. |
IS DAT niet vreemd? Telkens ik op de Oostendse Oosteroever⇲ de Baelskaai afwandel, valt het me op: je ziet geen spelende kinderen. Plaats genoeg nochtans, het voetpad is zo breed dat je ’t geen stoep meer kunt noemen, ’t is een promenade en z’ is breder dan een voetbalveldje. Vragen komen mijn gemoed bezwaren: hebben die mensen geen kinderen? Worden hun kinderen binnenshuis gehouden? Spelen kinderen vandaag niet meer op straat? Wordt er niet langer om marbels⇲ gespeeld? Of met pekkels⇲? Wordt er niet meer gehinkeld⇲? Katjeduuk? Katje-verhoog en katje-waar-dat-je-'t-krijgt? Touwtjespringen? Is de stoep niet langer de plek waar jongens voor ’t eerst hun oog laten vallen op flinterdunne meisjes die hoelahoepen⇲. 't Zijn vragen van een oude straatloper die aan z'n eigen kinderjaren denkt.
Alzo mijmerend stap ik verder tot aan de hoek met ’t Vuurtorendok, plek waar ik van 1988 tot 1996 gewoond heb. Voor de kinderen schafte ik meteen een kruisnet⇲ aan en daarna sloeg ik een krabbenpot⇲ aan de haak. Uit een afvalcontainer van Valcke⇲ haalde ik een bromfiets, waarmee m’n dochter sjette gaf⇲. Uit Gent brachten de kinderen vriendjes mee, onlangs zag ik Hannes Van Severen⇲ weer, een van die vriendjes, hij zei me dat het onvergetelijke uren geweest waren.
Ik zet mijn wandeling verder, tot aan de hoek van de Halvemaandijk en de Vuurtorenweg. Daar staat een bank, waarop ik een wijl verpoos. Ik kijk er naar kledij van passanten, die verraadt of ze van de Opex⇲ komen of uit de nieuwe flatgebouwen op de Oosteroever.
Flor Vandekerckhove⇲
Ik zet mijn wandeling verder, tot aan de hoek van de Halvemaandijk en de Vuurtorenweg. Daar staat een bank, waarop ik een wijl verpoos. Ik kijk er naar kledij van passanten, die verraadt of ze van de Opex⇲ komen of uit de nieuwe flatgebouwen op de Oosteroever.
Flor Vandekerckhove⇲
De digitale publicaties (pdf en EPUB) van De Lachende Visch zijn gratis, zo ook dit essay van oktober 2023. Mail erom (en vermeld de titel: Over schrijverschap): liefkemores@telenet.be⇲.
1 opmerking:
sloeber op de schoot? want poes was ros dacht ik
Een reactie posten