De bibliotheek van Cincinnati⇲ (Ohio), hier gefotografeerd in 1955. Kenneth Godsmith: ’Dagelijks schrijft elke krant een nieuw boek, waarin alle menselijke thema’s aan bod komen: liefde en haat, oorlog en vrede, lichaam en geest, kleine en grote dingen… Waarom zou een schrijver daar nog iets aan toevoegen?’ Iets nieuws maken is niet langer relevant, zegt Goldsmith: ’Verplaats het, herschik het, verpest het, breng het samen, verzamel de gemaakte dingen…’ Ik neem de proef op de som. Voor me ligt de krant. Al op de eerste bladzijde vind ik dit driezinnenverhaal dat ik me toe-eigen: ‘(Nieuwjaar 2024.) In Brussel moeten elke nacht honderden alleenstaande mannen een slaapplaats zoeken op straat, vaak met niet meer dan een deken en een kartonnen doos als bescherming. Nochtans is het recht op bed en brood in de wet verankerd.’
Eerste deel van een triptiek, waarin ik op zoek ga naar voorgangers in de exploratie van het digitale als revolutionair literair medium. Een volgende post belicht de experimentele pioniers van de hypertekst⇲, een derde gaat over de Alt-Lit⇲ stroming (2011-2016).
VANAF 1996 bouwt de Amerikaanse avant-gardedichter Kenneth Goldsmith⇲ (°1961) een internetbibliotheek uit, verzameling van al wat hij op ’t net aan avant-gardemateriaal⇲ aantreft. Zijn UbuWeb⇲ bevat inmiddels visuele, concrete en klankpoëzie⇲, uitgebreid met archieven voor film- en geluidskunst.
De basisprincipes van UbuWeb zijn ook de mijne: digitaal, niet-commercieel en gebaseerd op de economie van de gift⇲. Dat is ook de manier waarop De Laatste Vuurtorenwachter tot u komt, zo worden ook mijn boeken verspreid, in die zin is Kenneth Goldsmith een geestesgenoot.
Wat we ook gemeen hebben is dat we beiden een kritiek op de avant-garde formuleren. Mijn kritiek is humoristisch: New York of de vuurtoren⇲, essay uit 1993; de veel fundamenteler kritiek van Goldsmith staat in zijn boek Duchamp is my Lawyer. (°)
De basisprincipes van UbuWeb zijn ook de mijne: digitaal, niet-commercieel en gebaseerd op de economie van de gift⇲. Dat is ook de manier waarop De Laatste Vuurtorenwachter tot u komt, zo worden ook mijn boeken verspreid, in die zin is Kenneth Goldsmith een geestesgenoot.
Wat we ook gemeen hebben is dat we beiden een kritiek op de avant-garde formuleren. Mijn kritiek is humoristisch: New York of de vuurtoren⇲, essay uit 1993; de veel fundamenteler kritiek van Goldsmith staat in zijn boek Duchamp is my Lawyer. (°)
‘UbuWeb’s groot, grensvervagend archief van de avant-garde verandert noodzakelijkerwijs wat met avant-garde bedoeld wordt, term die opgezadeld is met de erfenis van patriarchaat, hegemonie, imperialisme, kolonisatie en militarisering. De dichter en criticus Dick Higgins⇲ gaf uitdrukking aan deze zorgen: “Het concept van een avant-garde, dat betrekking heeft op de militaire metafoor van oprukkende troepen die voor de hoofdmacht verschijnen, is mannelijk.” Avant-garde theaterwetenschapper Kimberly Jannarone⇲ is het daarmee eens: “De term ‘avant-garde’ – afkomstig van het leger en voor het eerst toegepast op de kunst rond de Eerste Wereldoorlog – wordt zwaar belast met seksistische, racistische, primitivistische en imperialistische opvattingen.”’
Je vindt op UbuWeb hoe dan ook wonderlijke kunstuitingen waarover een eenvoudige mens als ik anders nooit iets verneemt.
'De site is gevuld met afval en eendagsvliegen van grote artiesten die bekend staan om andere dingen: muziek van Jean Dubuffet⇲, poëzie van Dan Graham⇲, hiphop van Jean-Michel Basquiat⇲, punkrock van Martin Kippenberger⇲, films van John Lennon⇲, hoorspelen van Ulrike Meinhof⇲, symfonieën van Hanne Darboven⇲, countrymuziek van Julian Schnabel⇲ — waarvan de meeste oorspronkelijk in kleine oplagen werden uitgebracht, door de kritiek genegeerd werden en snel weer verdwenen. Het internet biedt de perfecte plek om die werken weer op te rakelen. (…) Ubu stelt zodoende een andere soort, revisionistische kunstgeschiedenis voor, gebaseerd op de periferie van de artistieke productie in plaats van op de opgemerkte, gehypet of op de markt gebaseerde kunstgeschiedenis.
Hoewel beroemd om zijn megalithische metalen sculpturen, heeft Richard Serra⇲ bijvoorbeeld veel belangrijke videokunst gemaakt. Het museumverhaal versterkt deze onzichtbaarheid. In Serra’s retrospectief in het MoMA in New York in 2007 was niets te vinden van zijn essentiële video’s Television Delivers People (1973) en Boomerang (1974), beide vaak bezochte bronnen op UbuWeb. Op dezelfde manier is Salvador Dalí’s⇲ obscure psychedelische film Impressions de la Haute Mongolie – hommage á Raymond Roussel (1976) de enige film naast Un chien Andalou (1929) die hij tijdens zijn leven voltooide. Het is ook de enige film die je ooit zult zien over Opper-Mongolië, gigantische hallucinogene paddenstoelen en een met urine doordrenkte pen. Quasi onmogelijk om in theaters of musea te zien […]’
Het vraagt allemaal wat zoekwerk, maar wie zich de moeite getroost stoot bijvoorbeeld op James Joyce die op een krakende fonoplaat⇲ met brio uit Finnegans Wake voorleest of op William Burroughs⇲ die het belang van de cut-up techniek⇲ expliceert. In de ubu-bib kun je ook gratis boeken downloaden, wat ik juist uittestte met The Last Man van Maurice Blanchot⇲. Ik heb nog een stukje 'breaking news'. Goldsmiths wikipediabladzijde⇲ sluit af met deze zin: ‘On January 1, 2024, Goldsmith closed UbuWeb, retiring from literary production and public life.’
Flor Vandekerckhove⇲
Flor Vandekerckhove⇲
(°) Kenneth Goldsmith. Duchamp is my Lawyer. The Polemics, Pragmatics and Poetics of UbuWeb. 2020. Columbia University Press. 256 pp. (Op p. 25-28.) De digitale versie van het boek is gemakkelijk te vinden op ’t internet en kan gratis gedownload worden.
De digitale publicaties (pdf en EPUB) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel: zet in dit geval ‘200’, dan begrijp ik het wel.): liefkemores@telenet.be⇲.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten