A.L. Snijders leerde me het zeer
korte verhaal kennen. Ik dacht zelfs dat hij er de uitvinder van
was. Snijders leidde me naar de
Amerikaanse Lydia Davis, ook auteur van korte kortverhalen. Lange tijd bleef het voor mij bij die twee. Alleen kwam daar een
beetje Nyk de Vries bij die in 2011 een bundel publiceerde met prozagedichten, nooit langer dan
120 woorden.
Dat het zeer korte verhaal
meer dan een marginaal bestaan leidde, kwam ik te weten toen ik de termen flash fiction en flash stories leerde kennen, bleek dat het zeer korte verhaal vele
namen had. In het Nederlands was er het mooie handpalmverhaal, in Frankrijk doopte men het novelette en micronouvelle, in het Engels sprak men over flash fiction, flash stories, short short stories, postcard fiction,
microfiction, sudden fiction, minute fiction, furious fiction, quick fiction,
skinny fiction. Ergens las ik zelfs de term smoke-long story, verhaal dat helemaal gelezen is tegen de tijd dat je de peuk uitduwt, voorwaar een ongezonde omschrijving.
Al die namen dekken soms wel, soms niet dezelfde lading. Sommigen stellen
dat een verhaal van het subgenre microfiction
hoogstens 400 woorden mag bevatten en een short
short story niet meer dan 1000. Er zijn er die zeggen dat een handpalmverhaal slechts 55 woorden klein mag zijn, anderen leggen de grens op 300, 750, 1000 en 1500, de definitie is nog niet versteend. Sommigen denken er anders over, maar anderen vinden dat zo'n handpalmverhaal een plot moet hebben, waaruit alle onnodige
woorden verwijderd zijn.
Dat het met extreem weinig woorden kan, bewijst een zeer kort verhaal dat aan Ernest Hemingway toegeschreven wordt: ‘Te koop: babyschoentjes. Nooit gedragen.’ Al de voorwaarden om dit een verhaal te noemen zijn aanwezig: er is een protagonist, er is een conflict en er is een uitkomst. Het personage is de persoon die deze advertentie schrijft. Het conflict is dat van een ouder die een misval te verwerken krijgt of het overlijden van een kind dat te jong was om die babyschoentjes te dragen. En de uitkomst bestaat erin dat de schoentjes verkocht worden zodat de ouder met zijn/haar leven verder kan. Dat alles staat daar in vijf woorden (in 't Engels zes).
Hoe lang duurt het om zo'n zeer kort verhaal te schrijven? Soms gaat 't rap en soms gaat 't traag. Van A.L. Snijders vernam ik dat Franz Kafka een zeer kort verhaal schreef dat één zin lang was. Aan dat verhaal — Het verlangen indiaan te worden — begon Kafka in 1910 te schrijven, in 1912 was hij ermee klaar. Daarmee had Kafka niet bij Chuck Palahniuk moeten afkomen: 'Writing is like sex,' zei die, 'if it's difficult you're not doing it right.'
Dat het met extreem weinig woorden kan, bewijst een zeer kort verhaal dat aan Ernest Hemingway toegeschreven wordt: ‘Te koop: babyschoentjes. Nooit gedragen.’ Al de voorwaarden om dit een verhaal te noemen zijn aanwezig: er is een protagonist, er is een conflict en er is een uitkomst. Het personage is de persoon die deze advertentie schrijft. Het conflict is dat van een ouder die een misval te verwerken krijgt of het overlijden van een kind dat te jong was om die babyschoentjes te dragen. En de uitkomst bestaat erin dat de schoentjes verkocht worden zodat de ouder met zijn/haar leven verder kan. Dat alles staat daar in vijf woorden (in 't Engels zes).
Hoe lang duurt het om zo'n zeer kort verhaal te schrijven? Soms gaat 't rap en soms gaat 't traag. Van A.L. Snijders vernam ik dat Franz Kafka een zeer kort verhaal schreef dat één zin lang was. Aan dat verhaal — Het verlangen indiaan te worden — begon Kafka in 1910 te schrijven, in 1912 was hij ermee klaar. Daarmee had Kafka niet bij Chuck Palahniuk moeten afkomen: 'Writing is like sex,' zei die, 'if it's difficult you're not doing it right.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten