— Bovenop de berg bevindt zich de Bourion, waar het hoofdkwartier van het verzet gevestigd is. (Eigen foto) — |
Al twintig
jaar breng ik mijn vakanties in de Haut Languedoc door. Vanaf de veranda kijk
ik uit over een bergdorpje.
Welk soort volk woont daar beneden eigenlijk? De bebouwing leert me er iets over. Tussen de huisjes zie ik een kerk staan, een belfort en twee (!) protestantse tempels. Al die gebouwen op een morzel grond… Het wijst op een indrukwekkende geschiedenis. Die bouwsels laten me ook vermoeden dat daar beneden een eigenzinnig volkje woont. Ze doen me eveneens aan de woorden van Winston Churchill denken: ‘We shape our buildings; thereafter they shape us.’
Welk soort volk woont daar beneden eigenlijk? De bebouwing leert me er iets over. Tussen de huisjes zie ik een kerk staan, een belfort en twee (!) protestantse tempels. Al die gebouwen op een morzel grond… Het wijst op een indrukwekkende geschiedenis. Die bouwsels laten me ook vermoeden dat daar beneden een eigenzinnig volkje woont. Ze doen me eveneens aan de woorden van Winston Churchill denken: ‘We shape our buildings; thereafter they shape us.’
Wat ook meteen opvalt
is dat het dorp helemaal omgeven wordt door bergen. Dat isolement verklaart trouwens
de aanwezigheid van die twee tempels. Wie het dorp nadert wordt, vanaf deze veranda bijvoorbeeld, onmiddellijk opgemerkt. Daardoor is het een
toevluchtsoord kunnen worden voor protestanten die het geweld van de
katholieke Franse koningen ontvluchten. Naderende katholieke troepen
worden al van verre opgemerkt, wat de protestanten toelaat om zich bijtijds
in het maquis te verbergen, waar ze trouwens ook hun hagenpreken houden.
Is die
geschiedenis in het sociale DNA van de dorpelingen weer te vinden? Is het dorp een
plek waar het asielrecht ook vandaag nog hoog in aanzien staat?
De
geschiedenis van het verzet laat me vermoeden dat dit inderdaad het geval is. Wanneer
de Duitsers vanaf 1942 in Zuid-Frankrijk een tandje bijsteken vindt een
honderdtal joden in dat dorp een veilig onderkomen. Dat is indrukwekkend veel,
want het dorp telt in die tijd minder dan tweeduizend inwoners.
Die joden
doen meer dan er alleen maar schuilen. De jongeren trekken de bergen in en
bereiden daar, samen met Franse werkweigeraars, het verzet voor, het beroemde Maquis. Dat die opstandelingen door omzeggens heel het dorp gesteund worden, laat volgende anekdote vermoeden. Twee jonge Fransen uit Toulouse willen dat verzet vervoegen. Ze komen per trein aan in het dorp dat ter zake blijkbaar een reputatie heeft. Maar hoe moeten ze dat maquis daar vinden? Michel de Naurois vertelt erover: ‘We hebben het gewoon aan de eerste de beste gevraagd. Was het een spoorwegbediende? Was het een voorbijganger? Ik weet het niet meer. “Pardon meneer, waar moeten we ons wenden voor het maquis?” En hij antwoordt simpelweg, alsof we hem het uur gevraagd hebben: “Ga langs daar naar boven en daar zal je het bureau van het maquis vinden.” (…)’
‘Langs daar naar boven’ passeert het
huisje waarin ik verblijf. Dat bevindt zich tegen de bergwand van de Puèg del Borion,
Occitaans voor Hoogte van de kleine hoeve.
Zelf heb ik een uur nodig om vanaf dat huisje tot helemaal boven deze Puèg te stappen. En kijk,
daar staat inderdaad een vervallen hoeve, de bourion (borion), de plek waar in 1944 het hoofdkwartier van het maquis gevestigd
is.
Flor
Vandekerckhove
— Het
plaatselijke maquis viert de overwinning en defileert in de hoofdstraat van
het dorp. —
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten