zondag 11 december 2016

Op IJsland gebleven


— Het kerkhof van Faskrudsfjord in IJsland. Ook Vlaamse IJslandvaarders liggen er begraven. (Foto Christian Wilt) —

In Amandine, de laatste roman die ik geschreven heb, vertelt een weeskind over zijn vader die in IJsland begraven werd. Dat boek begint alzo: ‘Grypjavik. Er liggen vier Vlamingen begraven op het kerkhofje. Vier hoopjes stenen. Ooit waren ze zorgvuldig gestapeld tot waardige graven en vervolgens hadden noordenwinden en sneeuwstormen de stapels onderuit gehaald. Zo ziet het er daar nu uit, vier ordeloze hoopjes waar mos op groeit. Daaronder ligt het gebeente van vier Vlaamse vissers die de terugreis niet gehaald hebben.’
Amandine is een roman en bijgevolg fictie. Maar dat er Vlaamse vissers op het eiland begraven liggen is dat niet.
Fáskrúðsfjörður, dat wij omwille van al die merkwaardige lettertekens liever als Faskrudsfjord schrijven, is een klein dorp dat zich in een lange fjord met dezelfde naam nestelt. De fjord wordt door de Belgen Popeye genoemd.
Het dorp was een basis voor Franse zeilschepen die in de IJslandse wateren kwamen vissen. Ze gingen in de baai voor anker en gedurende enkele dagen konden de vissers er van het baaileven genieten. Er was een Frans hospitaal, een kapel en een kerkhof.
Ook vandaag nog zijn alle straatnaamborden er tweetalig: IJslands/Frans. Op dat kerkhof liggen ook Vlaamse IJslandvaarders begraven, want veel van die Franse schepen hadden Vlamingen aan boord, vissers die over de ‘schreve’ trokken om in Gravelingen of Duinkerke aan te monsteren.
Er zijn nog Vlaamse graven op het eiland. Ook op een kerkhof in Reykjavik en op andere begraafplaatsen vind je Vlaamse namen. Voorts zijn er nog een onbekend aantal plaatsen waar een roeiboot ooit een lijk aan de wal gebracht had; mensen die tijdens de ‘traverse’ overleden waren. Ze werden er inderhaast begraven. Veel van die plekken zijn intussen onvindbaar geworden.
In 1901 maakt visser Engel Daems uit Oostduinkerke al zijn negenentwintigste reis naar IJsland mee. Daar krijgt de vloot een storm over zich die zestig uur zal duren. Engel schrijft zijn echtgenote: ‘Wij hebben afgezien, wij konden zwemmen in ons bed, maar God zij gedankt, het zal ook passeren.’
— In Duinkerke wachten vrouwen van IJslandvaarders
op de terugkeer van hun man. —
Wat is er gebeurd? Tijdens de storm helt het schip zo sterk over dat het zeewater via de verluchtingspijp in het matrozenverblijf loopt. De kachel, die normaliter heel de reis blijft branden, is nu gedoofd en de onderste kooien staan vol water. De vissers moeten meer dan twee uur hozen en ook daarna blijft de ruimte kleddernat. Maar, schrijft Engel Daems, het zal wel passeren.
De aprilstormen hebben in dat jaar rond IJsland acht Duinkerkse schepen laten vergaan, eenenzestig IJslandvaarders zijn verdronken, waaronder zes Belgen. De visser geeft in zijn brief een realistisch beeld van de situatie, maar de realiteit legt er achteraf nog een schep bovenop.
De overlevenden van de scheepsrampen worden naar Europa teruggebracht. In Franse kranten kan je hun verhaal lezen. Teruggekeerde vissers vertellen evenwel ook dat Engel Daems op 17 mei aan een longontsteking overleden is, een gevolg van de kleddernatte slaapplaats. Daems wordt op een IJslands kerkhof begraven.
Maar wat gebeurt er met de brief van Engel? De brieven van IJslandvaarders worden in de baai aan wal gebracht en vervolgens naar Hull getransporteerd. Van daaruit worden ze naar de bestemmelingen verzonden. Dat gebeurt ook met de brief van Daems. ’s Mans echtgenote krijgt die thuisbezorgd… op 28 juni, meer dan een maand na diens dood.
Daarin leest ze in opperste verwarring zijn slotwoorden: ‘Nu beminde vrouw, het is al gepasseerd, waarover wij de Heer te danken hebben, ik denk ook dat gij uw gebeden met ons zult vervoegen en den Heer bedanken voor onze gelukkige redding.’
Flor Vandekerckhove

‘Onze IJslandvaarders’ van Johan Depotter werd in 2011 uitgegeven door Academia Press uit Gent. Het eerste boek bundelt de namen van A tot K, het tweede deel van L tot Z. Het werk is in de boekhandel te koop, in het visserijmuseum Navigo te Oostduinkerke en bij de toeristische diensten van Koksijde. De twee boekdelen kosten samen 70 euro.

Geen opmerkingen: