— Het kerkhof van Faskrudsfjord in IJsland. Ook Vlaamse IJslandvaarders liggen er begraven. (Foto Christian Wilt) — |
In
Amandine,
de laatste roman die ik geschreven heb, vertelt een weeskind over zijn vader
die in IJsland begraven werd. Dat boek begint alzo: ‘Grypjavik. Er liggen vier
Vlamingen begraven op het kerkhofje. Vier hoopjes stenen. Ooit waren ze
zorgvuldig gestapeld tot waardige graven en vervolgens hadden noordenwinden en
sneeuwstormen de stapels onderuit gehaald. Zo ziet het er daar nu uit, vier
ordeloze hoopjes waar mos op groeit. Daaronder ligt het gebeente van vier
Vlaamse vissers die de terugreis niet gehaald hebben.’
Amandine
is een roman en bijgevolg fictie. Maar dat er Vlaamse vissers op het eiland
begraven liggen is dat niet.
Fáskrúðsfjörður,
dat wij omwille van al die merkwaardige lettertekens liever als Faskrudsfjord
schrijven, is een klein dorp dat zich in een lange fjord met dezelfde naam
nestelt. De fjord wordt door de Belgen Popeye
genoemd.
Het
dorp was een basis voor Franse zeilschepen die in de IJslandse wateren kwamen
vissen. Ze gingen in de baai voor anker en gedurende enkele dagen konden de vissers er
van het baaileven genieten. Er was een Frans hospitaal, een kapel en een
kerkhof.
Ook
vandaag nog zijn alle straatnaamborden er tweetalig: IJslands/Frans. Op dat kerkhof
liggen ook Vlaamse IJslandvaarders begraven, want veel van die Franse schepen
hadden Vlamingen aan boord, vissers die over de ‘schreve’
trokken om in Gravelingen of Duinkerke aan te monsteren.
Er
zijn nog Vlaamse graven op het eiland. Ook op een kerkhof in Reykjavik en op
andere begraafplaatsen vind je Vlaamse namen. Voorts zijn er nog een onbekend
aantal plaatsen waar een roeiboot ooit een lijk aan de wal gebracht had; mensen die
tijdens de ‘traverse’ overleden waren. Ze werden er inderhaast begraven. Veel
van die plekken zijn intussen onvindbaar geworden.
In 1901 maakt visser Engel Daems uit Oostduinkerke al zijn
negenentwintigste reis naar IJsland mee. Daar krijgt de vloot een storm
over zich die zestig uur zal duren. Engel schrijft zijn echtgenote: ‘Wij hebben afgezien, wij konden zwemmen in
ons bed, maar God zij gedankt, het zal ook passeren.’
— In Duinkerke wachten vrouwen van IJslandvaarders op de terugkeer van hun man. — |
Wat is er gebeurd? Tijdens de storm helt het schip zo sterk over dat
het zeewater via de verluchtingspijp in het matrozenverblijf loopt. De kachel,
die normaliter heel de reis blijft branden, is nu gedoofd en de onderste kooien
staan vol water. De vissers moeten meer dan twee uur hozen en ook daarna blijft
de ruimte kleddernat. Maar, schrijft Engel Daems, het zal wel passeren.
De aprilstormen hebben in dat jaar rond IJsland acht Duinkerkse schepen laten
vergaan, eenenzestig IJslandvaarders zijn verdronken, waaronder zes Belgen. De
visser geeft in zijn brief een realistisch beeld van de situatie, maar de
realiteit legt er achteraf nog een schep bovenop.
De overlevenden van de scheepsrampen worden naar Europa teruggebracht.
In Franse kranten kan je hun verhaal lezen. Teruggekeerde vissers vertellen evenwel
ook dat Engel Daems op 17 mei aan een longontsteking overleden is, een gevolg van
de kleddernatte slaapplaats. Daems wordt op een IJslands kerkhof begraven.
Maar wat gebeurt er met de brief van Engel? De brieven van
IJslandvaarders worden in de baai aan wal gebracht en vervolgens naar Hull getransporteerd.
Van daaruit worden ze naar de bestemmelingen verzonden. Dat gebeurt ook met de
brief van Daems. ’s Mans echtgenote krijgt die thuisbezorgd… op 28 juni,
meer dan een maand na diens dood.
Daarin leest ze in opperste verwarring zijn slotwoorden: ‘Nu beminde vrouw, het is al gepasseerd,
waarover wij de Heer te danken hebben, ik denk ook dat gij uw gebeden met ons
zult vervoegen en den Heer bedanken voor onze gelukkige redding.’
Flor Vandekerckhove
‘Onze
IJslandvaarders’ van Johan
Depotter werd in 2011 uitgegeven door Academia Press uit Gent. Het eerste boek
bundelt de namen van A tot K, het tweede deel van L tot Z. Het werk is in de
boekhandel te koop, in het visserijmuseum Navigo te Oostduinkerke en bij de
toeristische diensten van Koksijde. De twee boekdelen kosten samen 70 euro.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten