Peter Ampe leer ik kennen terwijl hij zijn eerste stappen in de
schrijverij zet. Hij doet dat als reporter van Tips, reclameblad dat zichzelf het meest gelezen weekblad noemt. Daarnaast schrijft Peter verhalen
en gedichten. Manga, die ook mijn uitgever is, geeft Ampes eerste dichtbundel
uit, Romeins mozaïek. Dat geschiedt
in 1991.
Een wijle later gebeurt dit: de echtgenote van onze gemeenschappelijke uitgever
ontvliedt 't echtelijk dak, waardoor ’s mans ondernemingsdrift danig bekoelt.
De uitgeverij houdt op te bestaan. Ampe blijft met een onuitgegeven dichtbundel
zitten en ik met een novelle.
Het is niet mijn eerste negatieve ervaring met een uitgever en ik richt
De Lachende Visch op, die mijn werk voortaan
in omloop zal brengen en ook enkele andere boeken die door de strapatsen van de
schuinsmarcherende uitgeversechtgenote in de schuif blijven liggen. Een ervan
is De Oostendse kapers van Walter Debrock en ik denk
dat de naam van De Lachende Visch ook
voorkomt op Ampes tweede dichtbundel. Aan dat laatste twijfel ik een
beetje, want ja, ’t is lang geleden.
Hoe dan ook, Peter Ampe blijft niet schrijven voor het meest gelezen weekblad, hij blijft wel in de reclamesector.
Met veel succes overigens. Hij wordt een
van de meest bekroonde Belgische reclamemakers genoemd en werkt nu als
creatief directeur van het reclamebureau DDB Brussels.
Sindsdien heb ik hem niet meer gezien, maar in die tijd kruisen onze
paden zich regelmatig terwijl we aan ’t joggen zijn.
Ik herinner me een ontmoeting in de Duinbossen van De Haan. Ik heb mijn
kilometers gemalen op ’t moment dat Peter er aan begint. We hebben het daar
even over creativiteit & joggen en we zijn het er over eens dat het tweede
het eerste bevordert.
We zijn daar uiteraard niet alleen in. Ik heb hier eerder al een stukje gepost over een Japanner
die het er ook over heeft.
Ik verneem nu dat ook Peter daar een boek over publiceert, in ’t Engels
nog wel: ‘Ik heb altijd graag gelopen’, vertelt
Ampe. ‘En heb zowat alle officiële afstanden gedaan, van de 60
meter indoor tot de marathon. Maar om eerlijk te zijn, de laatste jaren
loop ik niet meer om tijden te verbeteren. Dat heeft me een pak andere
positieve elementen leren kennen van het lopen. Ik vroeg me altijd af of
ik de enige was die dit ervoer. Maar bij navraag bleken ook andere
creatieven hetzelfde fenomeen te ondervinden. Er waren ook evenveel lopers
die beweerden dat lopen totaal geen ideeën opwekte. Maar ook daar is
een goede reden voor: de ideeën komen pas als je aan de juiste
snelheid loopt. Die snelheid is voor iedereen anders, ook dat wordt helder
uitgelegd in het boek.’ Het is allemaal waar. En wat ook waar is, zo heb ik
toentertijd kunnen aanschouwen: bij mij ligt die snelheid een pak lager dan bij
Ampe.
Wie het nog trager doet dan ik — die zijn er ook,
al zijn ze zeldzaam — hoeft niet te wanhopen, want wat Peter Ampe over het
hardlopen zegt, beweert Rebecca Solnit hier even overtuigend over het wandelen.
Flor Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten