‘… In al mijn boeken heb ik me aangetrokken gevoeld tot mensen die op een of andere manier gevangenzaten in hun eigen omstandigheden. (…) En nu John Craske, van alle kanten ingeperkt door ziekte en armoede, gecombineerd met zijn merkwaardige zwijgzame natuur.’
Van Julia Blackburn heb ik eerder al Wij drieën gelezen, haar jeugdherinneringen. Nu heb ik Draad (°) in huis gehaald. In dit boek brengt ze verslag uit van haar zoektocht naar die Craske (1881-1943), een
visser die noodgedwongen begint te borduren. In die scheef bekeken artistieke
discipline, waarmee hij visserij en zee uitbeeldt, verwerft hij een merkwaardig
succes d’estime.
Een kwarteeuw lang heb ik me in de Vlaamse vissersgemeenschap
opgehouden en daar heb ik ze ook wel leren kennen, vissers met een poëtische
inborst, die naar manieren zoeken om daar uiting aan te geven; ze schilderen,
schrijven, dichten… En altijd weer gaat het over de zee.
Julia Blackburn lees je met plezier. En ze leert je onderweg ook hoe je
moet schrijven. Daardoor komt het dat je niet teleurgesteld bent wanneer je op
bladzijde 333 leest: ‘Toen ik aan dat
boek begon, kon ik niet zeggen of John Craske nu eigenlijk een belangrijk
kunstenaar was of niet, en dat kan ik nog steeds niet. Ik vraag me ook af of
het er eigenlijk wel toe doet; dat werk gaf zijn leven zin en hij ging er
vrijwel tot aan zijn dood mee door.’
Het doet er inderdaad niet toe, want onderweg heeft Julia Blackburn ons
overstelpt met schoonheid.
Dat komt ook doordat ze haar zoektocht via kronkelende paden laat
verlopen. Zo staat daar op bladzijde 240: ‘Ik
vraag me af of ik wel genoeg verteld heb over mijn man Herman en onze
gezamenlijke voorgeschiedenis. Het leek niet van belang, maar nu is het dat wel
en ik zal mijn best doen om dingen duidelijk te maken die anders misschien
onbegrepen zouden blijven.’
Zo schrijft ze ook over de aflopende visserij en het opkomende
toerisme, wat voor een oud-redacteur van Het Visserijblad zeer herkenbaar is. Ze
heeft het over iedereen die onderweg haar pad kruist is en ze heeft het zelfs uitgebreid
over Albert Einstein die op de vlucht voor het nazisme een wijle in de streek
verblijft. Over hem schrijft ze ook deze zin die in de blog van De
Laatste Vuurtorenwachter een plaats opeist: ‘…
en Einstein liet hem weten dat hij in een ideale wereld graag vuurtorenwachter
was geworden, want op een vuurtoren was er niets om je af te leiden van je
intellectuele redenaties.’ Dat is niet zo indrukwekkend als de relativiteitstheorie, maar 't is toch ook goed gezien.
Flor Vandekerckhove
(°) Julia Blackburn. Draad. Het
delicate leven van John Craske. 352 ps. 2016. De bezige bij A’dam/A’pen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten