donderdag 1 maart 2018

Degene die alleen gaat

— Robert Walser (1878-1956), 
solitaire schrijver-wandelaar. —
Misschien kent u Kenneth Grahame van The Wind in the Willows↗︎, ook in ’t Nederlands een bekend kinderboek. Van hem is ook The Fellow That Goes Alone, een essay over de geneugten van het solitaire wandelen. Iets waarover ik kan meespreken. Al wandelend ontdek ook ik de plek die Grahame in dat essay the country of the mind noemt. Die ligt hier vlak om de hoek. Onderweg wordt de wandelaar begroet door een engelachtige figuur die hem in een archaïsch Engels toespreekt: Hayle, felowe that goest aloneIn deze fayr chylde in whyte clothynge ziet Grahame het landschap dat in dialoog treedt met de wandelaar. 
‘Want, door de semi-mechanische handeling van het stappen, krijg je dit bijzondere geschenk van de Natuur. De geest begint te joggen, hij wordt praatziek, komt in vervoering, wordt een beetje gek misschien — zeker creatief en ultra-gevoelig, totdat hij zich uiteindelijk echt buiten jou bevindt, tegen je spreekt en jij hem antwoordt.’  
Elke wandelaar kent het: 
‘Alles lijkt dan mee te spelen, de zon en de wind, de witte weg en de stoffige heggen, de geest van welk seizoen ook, de vriendelijke oude aarde die allerhande leven onder je voeten omhoogstuwt of die schijnbaar dood in een wintertrance vereeuwigd lijkt, zodat je in een gezegend gezelschap wandelt, ondergedompeld in een droomachtig gesprek dat elke andere menselijke conversatie overstijgt. (…) de geest heeft zijn harnas afgeschud, hij briest en huppelt als een veulen in de weide.’
Grahame schrijft dat in 1913. De Amerikaanse schrijfster Rebecca Solnit↗︎ doet later met hem mee: 
‘Idealiter is wandelen een toestand waarin geest, lichaam en wereld op één lijn liggen,’ zegt ze, ‘alsof het drie personages zijn die een gesprek met elkaar aanknopen, drie noten die opeens een akkoord vormen.’
Wie denkt dat dit overdreven is moet onderweg maar eens goed leren luisteren naar de wind in the willows.

Geen opmerkingen: