zondag 4 maart 2018

De eerste zon

Bovenaan van links naar rechts. Charles Drybergh met familie en vrienden, omstreeks 1970. Staand, vierde en vijfde van rechts: Hubert Decleer en Maritza Serpieters. Zij zou vaak opdagen in Dryberghs werk van 1969-1971. — Midden boven: Walter Debrock leidt het werk van Drybergh in, 1971, galerie Atelier Oostende (Frans Aerts). Rechts Raymond Miroir. — Rechts: In de galerie van Tony Maeyaert, 1982. Frank Edebau leidt in. Onderaan van links naar rechts: 1990. Luc Martinsen en Flor Vandekerckhove presenteren hun grafiekmap ‘Titels’ in Galerie Bureaux & Magasins. We herkennen Annie Vanhee, Els Milh en Lucienne van de bar Follies uit de Van Iseghemlaan, die haar hostessen heeft meegebracht.



In 1990 publiceert Luc Martinsen (°1951) een map met vijf drukken. Het geheel wordt voorgesteld in galerie Bureaux et Magasins. In de map zitten ook vijf bladen met ‘grafisch woordgebruik’, die ik mag leveren. Een van de drukken heet De eerste zon. Daar bedenk ik een gedicht bij dat dezelfde titel draagt. 
In 2018, 28 jaar later, beslis ik om het gedicht te herschrijven. Daarin wordt nu plaats geruimd voor twee kunstschilders die in het origineel niet voorkomen: Charles Drybergh (1932-1990) en Etienne Elias (1936-2007). Het thema blijft: schilderen en schrijven, en degenen die zich in die disciplines bekwamen. Wat bindt hen, wat scheidt hen?
Het was iets wat me indertijd erg bezighield, en niet alleen omwille van de map die woorden en beelden bijeenbracht. Ik was op een punt gekomen waar ik moest kiezen: schilderen of schrijven. Ik heb het daar eerder al over gehad in een stukje dat veelzeggend Afscheid van de schilderkunst heet.
In het gedicht neemt de schrijver aan de schildersdialoog niet langer deel, maar hij neemt het wel in zich op (‘Mijn glas werd almaar voller’). Geïnspireerd door ‘de eerste zon’ haasten de schilders zich naar het atelier om ermee aan de slag te gaan. De ik-figuur weet wat hen bezielt (‘dat ik als geen ander wist / waar elk van hen naartoe getrokken was.’) maar blijft zelf zitten: hij heeft gekozen voor de schrijverij: ‘En tevreden vroeg ik aan de waard een ander glas.’
[Onderaan het gedicht staat een filmpje waarin ik het declameer, verlucht met beelden van werk van de drie kunstschilders.]
Flor Vandekerckhove

De eerste zon

Het is al lang geleden,
maar ik herinner ‘t me nog goed.
Martinsen en Elias zaten, in de wind
als steeds, op een terras
te twisten over wie de grootste was.
Het regende pijpenstelen in mijn glas.

Ik zat te luisteren naar die twee.
Alles wat Luc met verve zei,
overschilderde Elias
met een streep nee,
wat toch wel heel merkwaardig was
op zo’n leeg en nat caféterras

Mijn glas werd almaar voller,
wat van het terras niet gezegd kon worden,
slechts één mens kwam er nog bij,
Charles Drybergh, met een enorm stuk
canvas op de rug
en een nog groter in zijn kloten.

Toen brak de eerste zon door.
Charly hield op met krabben aan zijn aars,
Luc en Etienne stopten met hun wild geraas.
Opeens, ’t was ongehoord, zweeg ook de zee.
Geen druppel water viel nog in mijn glas
en ‘t werd oorverdovend stil op het terras.

Alles werd, zo mag ik toch wel zeggen, de stilte gelijk.
Met rooddoorlopen ogen keken we allemaal,
de schilders en ik, de vissen, de vogels
en alles wat de stad aan ogen had,
naar het wonder van de eerste zon
dat zich voor het blote oog ontspon.

Het was Luc die ’t eerst bewoog,
zenuwachtig schuifelde hij op zijn stoel,
en nadat hij alles nog eens goed bekeken had
­— Elias, Drybergh, mij en ‘t regenwater in mijn glas —
greep hij haastig naar zijn jas
en zonder iets te zeggen verliet hij het caféterras.

Nadat ook Drybergh en Etienne Elias
vertrokken waren, spoorslags, elk huns weegs,
haalde ik een schriftje uit mijn tas.
Daarin schreef ik dat ik als geen ander wist
waar elk van hen naartoe getrokken was.
En tevreden vroeg ik aan de waard een ander glas.

[De Laatste Vuurtorenwachter post dit stuk in 2018. In 2021 redigeer ik het opnieuw, ten behoeve van de FB-groep Oostendse verhalen.]

De eerste zon op YouTube

 www.youtube.com/watch?v=hN-LpT548qY

Geen opmerkingen: