— Richard Brautigan (1935-1984) — |
HOE KOMT HET dat ik Richard Brautigan nu pas leer kennen? Komt
dat doordat hij tussen twee stoelen valt? Is hij iets te jong voor
de beatgeneratie van de jaren vijftig en een beetje te oud voor de jeugdrevolte
van de jaren zestig? Marginaal mag je Brautigan nochtans niet noemen. Trout fishing in Amerika, zijn
meesterwerk, is in ’t Nederlands vertaald en in nog 11 andere talen. Wereldwijd
zijn daar twee miljoen exemplaren van verkocht. Naast Forelvissen zijn er nog zeven boeken van hem in ’t Nederlands
vertaald, maar die zijn nu een beetje onvindbaar.
In Trout fishing in Amerika volgen
we een hippieachtige auteur die aan de maatschappelijke druk probeert te
ontsnappen door op forel te vissen. Je mag daarbij aan Walden van David Thoreau denken, zij het
niet meer dan een beetje.
’s Morgens vertrekt onze forelvisser welgemutst ter visvangst. Als aas
heeft hij een sneetje brood mee. Het uitzicht is prachtig: beekje, waterval: ‘Maar toen
ik dichterbij kwam, merkte ik dat er iets niet klopte. De beek gedroeg zich
niet normaal. Er was iets raars mee. Er was iets mis met de manier waarop zij
zich bewoog.’ Wanneer hij nadert ziet hij dit: ‘De waterval
was gewoon een witte houten trap die omhoogliep naar een huis tussen de bomen.’
Wat een ontgoocheling: ‘Het draaide
erop uit dat ik mijn eigen forel werd en de snee brood zelf opat.’ Op de desillusie volgt deze commentaar: ‘Ik kon het ook niet helpen. Ik kon een trap niet zomaar veranderen in
een beek.’ Die commentaar
wordt gegeven door een personage dat, net als de boektitel, Forelvissen in Amerika heet.
Forelvissen in Amerika is, ontdek je gauw, niet alleen een titel en een commentator, het is
ook een hotel en een vredesmars. Na enkele bladzijden verwondert het je
al niet meer dat je daar ook tweedehands forelwater kunt kopen: ‘We
verkopen het per meter. U kunt een klein stukje nemen of alles wat we nog
hebben.’ De watervallen, bomen, vogels, bloemen, gras en varens worden aangerekend, maar de ‘insecten krijgt
u gratis bij een minimumafname van drie meter.’ Richards boodschap: álles is te koop, dat is erg, maar niet erg genoeg om er je humor
bij te verliezen.
Het boek wordt een kassucces. Schrijver wordt rijk. Schrijven
wordt wollig. Drank, vreten, weggesmeten geld. Zelfmoord. Maar hij heeft wel zijn levensdoel bereikt: ‘Ik heb altijd een boek willen schrijven dat
eindigde met het woord mayonaise.’ Ik kijk naar de laatste bladzijde van Forelvissen in Amerika en daar staat helemaal
onderaan: ‘P.S. Sorry dat ik het vergeten
was van de mayonaise.’
Richard Brautigan. Forel Vissen in Amerika. Vertaald door Peter van Oers. 2012. Uitg. Van Gennep A’dam. 160 pp.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten