— Ria Lhermitte, weduwe van Roger De Coster
schreef een monografie
over haar man. —
|
In de bib van De Haan loop ik langs tentoongesteld werk van Roger De Coster⇲ (1940-2017). Kleine tableautjes, veel
landschappen, veel pastelkrijt. ‘De natuur die Roger tekende of schilderde (…); elke weergave
die hij maakte was een eerbetoon aan de Schepper. (…) Zijn vroomheid legde hij
in zijn beeldend werk, in de hoop dat de toeschouwers er ook zo naar zouden
kijken, hen zou inspireren tot gebed.’ (°)
Zelf ben ik niet meteen onder de indruk, en al helemaal niet van de
achterliggende gedachte. Toch vind ik De Coster een boeiende figuur.
Zijn leven kleurt ver buiten de contouren van
de plek waar hij is opgegroeid, maar het is wel binnen die contouren dat ik
hem hier wil situeren.
In mijn kindertijd leer ik Roger kennen als iemand die 'zich niet kan
aanpassen'. Uiteraard is dat iets wat me aangepraat wordt, beeld dat
ik me vorm op basis van wat anderen over hem vertellen. Ik zie het in de
meewarige blik waarmee buurtbewoners naar hem kijken, een monkellachje hier,
een schuine opmerking daar… In de toeristische wijk van Bredene is er in die tijd maar weinig begrip
voor wie niet echt wil meedoen. Dat valt ook te begrijpen: alles moet opgebouwd
worden. De wijk bestaat nog maar sinds 1900 en tegen de tijd dat Roger goed en
wel heeft leren lopen, heeft men er ook al twee vernietigende oorlogen opzitten. Dat doet iets met de mentaliteit. Iedereen moet al van op jonge leeftijd zijn steentje bijdragen, de mens
wordt er elke dag opnieuw aan zijn onmiddellijke nut afgemeten.
In de monografie staat een passage die het treffend omschrijft: ‘Een keer, wanneer de fanfare voorbijkwam in
zijn straat te Bredene, liet de jonge Roger de rolluiken omlaag, en zette zich
met zijn oor dicht tegen de radio om de muziek van Beethoven te beluisteren.
Zijn vader vond dat een schande voor de fanfare, die zo goed geoefend had en
recht had op aandacht van de bevolking.’ Wat staat hier anders dan het
conflict tussen enerzijds een gemeenschap, waar alles zich nog moeizaam aan ’t
vormen is, cultuur incluis, en anderzijds de einzelgänger in spé, de outsider
in wording, de eenling die zelfbewust en pretentieus zijn eigen plaats opeist?
Toentertijd was daar geen plaats voor — geloof me, ik weet waarover ik
spreek — maar nu staan de geesten alweer iets verder. Inmiddels kennen we de
waarde van een uitspraak als deze van Henry David Thoreau: ‘Als iemand geen gelijke pas
houdt met de anderen komt dat misschien
omdat hij naar een andere tamboer luistert. Laat hem
marcheren op de muziek die hij hoort,
in wat voor maat ook en hoe ver hij
wil.'
Tussen Bredene en Roger De Coster is het nooit echt goed gekomen, maar te laat is het daarvoor uiteraard nooit. Daarom deze oproep aan mijn dorpsgenoten: wie de man gekend heeft of juist niet;
wie actief is in de wereld van kunst & cultuur; wie het penseel ter hand
neemt of in hout kerft; wie de stem verheft, om te zingen of om te protesteren;
wie de Schepper wil eren of juist niet… moet de monografie over Roger De Coster
lezen, al is 't For old times' sake.
(°) Ria Lhermitte. Roger
J.A.E. De Coster, beeldend kunstenaar en zanger, leven en werk. 80 p. 2018.
Uitg. Het beleefde genot, Zedelgem. 25€, plus verzendkosten. Bestellen kan via riamarcellalhermitte@gmail.com⇲.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten