zaterdag 4 april 2020

Valentine

Enkele maanden geleden 
ontdek ik 
een dichterlijk talent 
in mezelf. 
Dat ik sindsdien veel poëzie schrijf, 
betekent niet dat ik 
geen handpalmverhalen meer produceer. 
Ten bewijze dit verhaal 
— nauwelijks 237 woorden — 
dat wel geïnspireerd lijkt door 
Chet Baker 
die My Funny Valentine zingt: 





WE KOMEN BIJEEN in een groot herenhuis en de sfeer is opgewekt, zelfs vrolijk. In de grote inkomhal vraagt Valentine me of ik haar straks naar huis wil rijden. Het lijkt er wel op dat iedereen haar vraag hoort en dat elkeen wil weten hoe mijn antwoord luidt. Een kort moment wordt gevuld met alleen maar stilte. Ja, ik wil. Wanneer het geroezemoes herneemt, gonst het in een almaar uitdijende kring dat het eindelijk gaat gebeuren tussen die twee.
Na een wijl komt iemand me zeggen dat Gert en Riet me willen spreken. Zij wachten op me in de indrukwekkende bibliotheek, alwaar ze als een koningspaar links en rechts van de knapperende haard zitten. Ik kom binnen en zie dat Gert het woord zal voeren, ik zie ook dat hij het er moeilijk mee heeft. Nog voor hij van wal kan steken, zeg ik: ‘Jullie hebben gelijk. We gaat dat niet doen.’ De twee zijn zichtbaar opgelucht. ’t Is ’t beste voor iedereen, zegt Riet, en Gert vindt dat ik beter meteen het huis via de dienstingang verlaat. Buiten, in de auto, wacht ik tot wanneer de bijeenkomst afgelopen is. Ik zie hoe iedereen in groepjes naar buiten komt. Valentine is met Riet en Gert, die twee gaan haar naar huis brengen. Nog een keer kijk ik naar Valentine en dan rij ik de nacht in, met op de autoradio de vlakke stem van Chet Baker.

Geen opmerkingen: