Meer over deze figuur,
klik hier:
|
OP 'S MANS VOORDEUR brengen ze het merkteken aan: besmet! De Mobiele Nationale Veiligheidsraad laat attributen achter: mondmasker, klepper, ontsmettingsmiddel, bedelnap, pelgrimsstaf, het bedrag van de smetpremie; naast hem staat de vuurtest na te branden. Buiten ziet hij mensen keurig in de pas lopen: smetlozen rechts, besmetten links. De eersten op weg naar wat het leven in petto heeft, de laatsten richting kerkhof. Iedereen houdt zich aan de anderhalve meter; 5 per uur aan de rechterkant; 2,5 voor wie links gaat.
Hopend dat zijn besmetting nog niet publiek gemaakt werd en erop rekenend dat zijn mondmasker hem onherkenbaar maakt, sluit hij zich onopvallend rechts aan. De besmetting ondergraaft hem helaas vlugger dan gedacht. Hij kan de opgelegde snelheid niet handhaven, houdt de stoet op. Iemand roept: ‘Een besmette! Een linkse! Een van de overkant! Kijk, hij straalt besmetting uit!' Iedereen kijkt hem aan, een flik laat het raampje van de combi zakken. Rond hem verzamelt zich een vijandige groep die gelukkig de anderhalve meter nauwgezet respecteert. Vernietigende blikken, wijzende vingers, toenemend gegrom.
Hij verlaat de rij en slaat kop in kas een doodlopend straatje in. Op de hoek blijven er wel honderd toekijken. Hij moet even rusten. Rond hem gaan de rolluiken naar beneden. Tegen een gevel leunend probeert hij vruchteloos op adem te komen, de koorts stijgt zienderogen, hij heeft nu leven nodig. Nu! Op de hoek kijken smetlozen toe hoe hij in dat doodlopende straatje neerzijgt. Waarna de stoet zich weer op gang trekt en het leven verdergaat. Zonder hem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten