2023 is voor mij ook het jaar van het prozagedicht. ’t Ziet er uit als proza, maar het werkt als een gedicht. Er gebeuren ongeloofwaardige dingen, er is anarchie en ontregeling. Prozagedichten zijn grillig, inconsequent, afwijkend en soms onbegrijpelijk. Ge moet maar 1s luisteren.
De kalligrafielerares spreidt de vleugels
[319]
De kalligrafielerares spreidt de vleugels — Naar hun begrafenissen ging zij nooit, maar ze schreef in kalligrafisch geschrift voor elkeen wel een mooi in memoriam. Dat liet ze telkens op de stoep van haar slachtoffers achter, soms onmiddellijk na de daad, soms rond de tijd van de begrafenis. Dat ze de politie bij het deponeren van dat in memoriam telkens te vlug af was, vonden de flikken ergerlijk, maar de tekst leerde hun wel dat ze met een feministe te doen hadden: kregen de weduwen van het slachtoffer in die tekst niet telkens hun eigen naam weer? Een vrouwelijke seriemoordenaar, een seriemoordenares, hadden ze in het bureau nog niet meegemaakt. De rechercheurs zaten met de handen in het haar, het kale hoofd van de recherche uitgezonderd, hij was alleen maar blij dat het pensioen nakend was. Die kalligrafie had wel iets, vond hij, na de pensionering wilde hij er lessen in nemen. Of beeldhouwen, hij twijfelde. Dat deed hij niet meer toen hij zich ging inschrijven: kalligrafie. De juf die de les gaf, leek verdomd goed op de robottekening die destijds in z’n bureau hing. Hij zei er niemand iets van: pensioen is pensioen. Op een avond, na de les, volgde hij haar, gewoon uit nieuwsgierigheid. Op de parking van het avondschoolgebouw zag hij hoe ze haar vleugels spreidde en het zwerk invloog. Toen ik deze laatste zinnen schreef, opende Polleke de kat de ogen en ik zag hoe hij dacht: Zeg niet te gauw ’t is weer een kauw! (Flor Vandekerckhove⇲)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten