[Maatschappijkritiek ] — Crisis! Heel de wereldeconomie verkeert in crisis, maar vooral Europa wordt er hard door getroffen, zo hard zelfs dat het overleven van de euro en van de Europese Unie in vraag gesteld wordt.
Is dat het gevolg van
schulden die de Europese landen de voorbije jaren opgestapeld hebben? Dat is
wat ons voortdurend voorgehouden wordt. Die schulden zouden zo hoog zijn dat ze bijna niet meer
terugbetaald kunnen worden. Maar het blijft een vreemde zaak, want de
totale schuldenlast van de Europese Unie (ongeveer 80% van het Bruto
Binnenlands Product BBP) (1) is aanzienlijk lager dan die van de VS (100
procent). In Japan bedraagt de staatsschuld zelfs 220% van het BBP en toch is
het vooral Europa dat aangevallen wordt door de zgn. ratingbureaus. (2)
Met uitzondering van
Griekenland (158%) zitten ook aparte Europese landen die zwaar door de financiële
markten geviseerd worden niet overmatig in de schulden. In Spanje bedraagt de
nationale schuld zelfs maar 68%, in België is dat 96,8%, in Portugal 102%, in Ierland
112%, en in Italië 120%.
De Duitse (82%), Franse (85%)
en Britse (80%) overheidsschulden bevinden zich rond het gemiddelde niveau van de
OESO-landen. (3) En toch blijkt uitgerekend ook Frankrijk doelwit van
de ratingbureaus te zijn. Hoe komt dat?
Dertig
vette jaren
Na
WO II verhoogde het levensniveau van de gewone mensen in West-Europa spectaculair.
Het fascisme was verslagen. De grote inspanningen die jan met de pet in het
verzet en in het leger geleverd had, maakten dat zijn verlangens niet zomaar
genegeerd konden worden. Daarbij komt dat het Rode Leger in de overwinning op
het fascisme een grote rol gespeeld had, waardoor de populariteit van de
Sovjet-Unie een recordhoogte bereikte. In tal van West-Europese landen zaten
toen zelfs communisten in de regering. Het continent moest heropgebouwd worden
en de tewerkstelling was ei zo na volledig. De elite moest bijgevolg diep in de
portefeuille tasten wilde hij niet van de kaart geveegd worden. Zelfs tot in de jaren zeventig konden de
mensen nog aanzienlijke verbeteringen in hun situatie afdwingen. Men sprak in
Frankrijk over ‘les trente glorieuses’,
een periode van dertig jaar waarin gewone, werkende mensen het nooit eerder zo
goed hadden.
Neoliberalisme
Aan die vooruitgang kwam
een einde in de overgang van de jaren zeventig naar tachtig, wanneer de elite
een tegenoffensief inzette dat neoliberalisme heet en tot vandaag voortduurt.
De naam die ten eeuwigen
dage met dat tegenoffensief verbonden zal blijven is die van Margaret Thatcher.
Zij organiseerde een eerder ongeziene krachtmeting met de Britse mijnwerkers
(die ze won), terwijl ze tegelijk de financiële markten vrijmaakte van
wettelijke bepalingen (het zgn. ‘dereguleren’
van de markt) waarmee ze vrije baan gaf aan het financierkapitaal dat zich vervolgens,
zo weten we inmiddels, als een bende verslaafde gokkers in het casino ging
gedragen.
Wat Thatcher in
Groot-Brittannië deed, gebeurde ook elders in West-Europa, zij het met enige vertraging.
Die vertraging drukt zich uit in de overheidsbestedingen die in de eurozone
(46% van het BBP) nog altijd een stuk boven het OESO-gemiddelde (41%) liggen.
In Frankrijk is dat zelfs 53%, wat bijzonder veel is wanneer we dat cijfer
tegenover dat van de VS stellen: 39%. Waardoor Europa door de internationale
financiële elite nog altijd als een wingewest beschouwd wordt. Die staten
kunnen immers nog flink gepluimd worden, zo heet het daar. De kosten van
pensioenen, onderwijs, gezondheid en andere sociale diensten worden daarom in
toenemende mate in vraag gesteld. Met andere woorden: het financierkapitaal
gebruikt de crisis om alle sociale verworvenheden van de ‘trente glorieuses’ in
Europa af te breken en de zo vrijgekomen middelen naar zich toe te trekken.
Proeftuin Griekenland
Er zijn maar weinig mensen die
beseffen dat Griekenland daarbij als een proeftuin fungeert. ‘Hoe ver kunnen we gaan?’, zo luidt de
vraag van het ‘onderzoek’. De
vertegenwoordigers van de haute finance
bedreigen het land met het faillissement en dwingen er het ene
bezuinigingspakket na de andere af. De lonen en de sociale diensten worden afgebroken
en de sociale diensten ontmanteld. De levensstandaard van de gemiddelde Griek
zal met 30, 40 tot zelfs 50 procent krimpen. Buiten oorlogstijd is zo’n daling
nooit ergens te zien geweest. Jonge mensen ontvluchten het land, voor de
gaarkeukens groeien de rijen spectaculair, werklozen worden bedelaars.
Zo’n ingrijpende
maatregelen kunnen aan een bevolking niet democratisch opgelegd worden. Dus werd
de democratie aan de kant gezet. De Europese Unie, het Internationaal Monetair
Fonds en de Europese Centrale Bank (de zgn. troika) hebben de controle over de
Griekse begroting overgenomen en de democratisch gekozen regering werd
vervangen door een niet verkozen regering van technocraten. Om de mensen te
intimideren werd zelfs de fascistische partij LAOS in de regering opgenomen. Die
partij verbrak op 10 februari de regeringscoalitie met argument dat ze niet
wilde meewerken aan maatregelen die een revolutie dreigen te veroorzaken!
De Europese leiders proberen
inmiddels heel Europa naar Griekenland te modelleren. De EU-top van 8-9 december
2011 verplichtte de lidstaten om een beleid van rigide besparingen door te
voeren.
Leren uit de geschiedenis
De aanpak laat ons denken
aan Duitsland in de jaren dertig en meer bepaald aan het rampzalige beleid dat door
de Brüningregering gevoerd werd tijdens de laatste fase van de Weimar
Republiek. Heinrich Brüning van de rechtse Zentrum Partei werd in 1930, eveneens
in het midden van een wereldwijde economische crisis, bondskanselier en liet de
crisis volledig door de werkmensen betalen. Brüning regeerde onder de paraplu
van een nooddecreet en werd in het Duitse parlement geruggensteund door de
sociaaldemocraten. De vergelijking met de hedendaagse situatie in Griekenland
en Italië is overduidelijk.
De regering Brüning was
chronisch instabiel en kon het slechts twee jaar uitzingen. In 1932 werd de
regering vervangen door kortdurende dictaturen (de generaals Franz von Papen en
Kurt von Schleicher)… voordat Adolf Hitler in januari 1933 aan de macht kwam.
Volg de geldstroom
Wie vaart er wel bij? Waar
gingen de middelen naartoe? 830.000 Duitse miljonairs beschikken vandaag over
2,2 miljard euro aan activa. Dat is meer dan de schuld van de Duitse federale
staat, de deelstaten en de lokale Duitse besturen samen. Men schat dat rijke
Grieken inmiddels 560 miljard euro op buitenlandse rekeningen gezet hebben, dat
is bijna het dubbele van de Griekse staatsschuld.
Er zijn in Europa 3 miljoen
miljonairs. Terwijl de Europese staten volop in het rood gingen, wisten die hun
activa tijdens de jongste dertien jaar te… verdubbelen. De meer dan 7,5 miljard
euro aan activa waarover deze mensen beschikken, volstaat bijna om de
gecombineerde schuld van alle Europese landen in één klap teniet te doen.
Aan het begin van de
twintigste eeuw bedroegen de totale activa van de drie grootste Britse banken
7% van het Britse BBP. Tegen het einde van die eeuw was hun vermogen gestegen
tot 75 procent en in 2007 bereikten ze een vermogen van maar liefst 200% van
het BBP.
Op het vasteland is
dezelfde trend zichtbaar. De activa van de financiële sector is in Duitsland
zowel als in Frankrijk drie keer zo groot als het BBP. In Zwitserland, de
recordhouder, is dat zelfs zes keer zo groot. Wat we zeggen willen: het is niet
de staat die de financiële sector leidt, het is omgekeerd, zoals bovenstaande
cijfers overduidelijk aantonen. De financiële elite, die ontstaat uit de
herverdeling van inkomen en vermogen, domineert alle terreinen van het
economische en sociale leven en is vastbesloten om haar privileges ten koste
van alles te verdedigen.
Hoe is die rijkdom zo
kunnen toenemen in de handen van een relatief kleine elite? Dat is gebeurd door
enorme belastingverminderingen voor bedrijven, waarvan de grootste uiteraard
het meeste profiteren. Zo kwam onlangs aan het licht dat energieproducent Electrabel
slecht 4,33% belasting betaalt op haar winst.
Vampiers
En nog is het niet ten
einde. Kapitaal is immers dood als het niet groeit. Vandaar dat het steeds
verder, onverzadigbaar, op zoek gaat naar nieuw profijt, zoals vampiers op zoek
gaan naar vers bloed. Vandaar dat er, ondanks al de weelde in handen van een
relatief kleine elite nog altijd een soberheidpolitiek opgelegd wordt aan de
bevolking. Overheidsuitgaven voor onderwijs, beroepsopleiding, gezondheidszorg,
pensioenen, openbare diensten en infrastructuur worden door de financiële
oligarchie (4) beschouwd als sta-in-de-weg voor de toename van haar rijkdom,
hetzelfde geldt uiteraard ook voor de lonen en andere sociale rechten van
werknemers, vandaar ook de voortdurende aanvallen op de Belgische indexregeling.
De regelmatig terugkomende
aanvallen op de koppeling van de lonen aan de index leren ons trouwens
bijzonder veel over de manier waarop de elite de publieke opinie bemeestert.
(5) Misschien vindt u het logisch dat die typisch Belgische koppeling de
loonkost dermate hoog maakt dat de industrie het land wel moet verlaten. Daar
blijkt in de feiten niets van aan te zijn. (5)
Ondanks de diepe sociale
crisis is de financiële elite niet bereid zelfs maar een fractie van zijn
rijkdom en privileges op te geven. Die houding lijkt sterk op deze van de
Franse aristocratie voor 1789. In die tijd bleek er trouwens maar één manier te
zijn om de toenmalige elite te doen plooien: der
große Kladderadatsch! (6)
Flor
Vandekerckhove
(1) Ratingbureau: Een `kredietbeoordelaar`
of `ratingbureau` is een bedrijf dat de kredietwaardigheid beoordeelt van
uitgevende instellingen van bepaalde vormen van schuldbewijzen
(obligatieleningen), alsmede de schuldbewijzen zelf. In de meeste gevallen zijn
het bedrijven, nationale en lokale overheden.
(2) BBP: Het bruto binnenlands
product meet het bedrag van goederen en diensten die in een land werden
geproduceerd door de binnen- en buitenlandse ondernemingen die er gevestigd
zijn.
(3) OESO: De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling is een
samenwerkingsverband van 34 landen om sociaal en economisch beleid te
bespreken, bestuderen en coördineren. — Voor
een overzicht van de staatsschuld van diverse landen, zie:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_landen_naar_staatsschuld
(4)
Oligarchie: regering van een klein aantal personen die
behoren tot een bevoorrechte klasse of stand.
(5) Econoom
Paul De Grauwe bekeek wat er van aan is: ‘Doet
de Belgische industrie het zoveel slechter dan elders? Vanuit mijn bureau in
Londen sta ik sceptisch als ik zie hoe de industrie in Groot-Brittannië ineen
is geklapt. Dus maar gaan kijken naar de statistieken van de OESO. En wat
blijkt? Gedurende 2000-2010 (2011 is nog niet beschikbaar) bedroeg de daling
van de industriële tewerkstelling in België 11 procent. In het Verenigd
Koninkrijk was dat 34 procent, in de VS 26%, in Nederland 22 procent, in
Frankrijk 17 procent. Van de ons omringende landen doet alleen Duitsland het
beter: de industriële tewerkstelling daalde er met 8 procent.
Ja, de industriële tewerkstelling daalt overal in de westerse
wereld. Maar België is een land waar die desindustrialisatie gedurende de
laatste tien jaar minder ingrijpend is geweest dan in de meeste andere westerse
landen. Geen paniek dus. We doen het nog niet zo slecht, ondanks onze hoge
lonen. Of misschien is het dankzij de hoge lonen, die een reflectie zijn van de
hoge productiviteit van de Belgische werknemer.’ in DM 6 februari 2012.
(6) der große Kladderadatsch: de totale ineenstorting.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten