Lijnbaanstraat in de jaren 50. (Foto Roland). We zien nog de oude huizenrij die nu grotendeels gesloopt is |
In de Vlaamse Volksverhalenbank stoot ik op een Oostendse getuigenis uit 1958: ‘Zo is er hier in het Liemerstraatje ofte het Lijnbaanstraatje
een geest die terugkomt en iedere nacht alle meubels van het huisje doet dansen
en rammelen. Meer hierover mag ik niet vertellen daar die familie nog leeft.’
Tot halverwege de vorige eeuw was de Lijnbaanstraat wel
degelijk een armoedig en smal straatje. Daar stonden ook de oudste huizen van de stad. Die hadden een gootje dat doorheen de voorgevel ging en diende om
het kuiswater naar het riool af te voeren.
In dat straatje woonde er een drinkebroer die tot
ergernis van zijn echtgenote elke avond op stap ging. De getuige vertelt: ‘Je komdie nu van üt ze cafeetjes in ’t gat
in de nacht en je ziet toar zo’n klèèn oendje lopen en je roept da bèèsje. Mo
oe naoder da ta bèèsje komt, oe grotter da dien oend wordt, zodaonig o’t op e
step of tiene van em komt, is ’t zo groot of ’n ezel. E je goat an ’t lopen toe
an ’t Liemboarstratje en oe mèèr datten liep, ’t was op lange laste zo groot of
e pêerd. En je vlucht in z’n üs en je smiet da durtje toe,’ [Een man die naar het café was geweest,
kwam op de weg naar huis een klein hondje tegen. De man riep naar het dier en
kwam dichterbij. Naarmate de man dichter bij de hond kwam, werd het dier steeds
groter. Toen het beest zo groot als een ezel was geworden, sloeg de man op de
vlucht. Hij liep snel naar zijn huis in het Lijnbaanstraatje terwijl een dier
zo groot als een paard, achter hem aan zat. Thuisgekomen gooide de man snel de
deur dicht.]
Die mens denkt dat hij aan het ding ontsnapt is, maar
het verhaal krijgt een staart van het type waarvan Stephen King later zijn
specialiteit maakt: ‘Mor
aamedekèè stikt die grote noend ze kop deur da gotegat en gif en schrikkelik akeleg gelüt.’ [Maar opeens stak de grote hond zijn kop door het
afvoergat van het water en maakte een akelig geluid.]
Toch is ‘t uiteindelijk goed gekomen met die mens, want ‘die vint â nooit mi durven ütgoan. Je was
genezen.’
[In DLVuurtorenwachter dateert deze post van 2014. In 2023 redigeer ik hem opnieuw ten behoeve van de nieuwe FB-groep Oostende nostalgie.]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten