Het werd een feest in een benzinestation. |
Nicale,
Nicule en Onze Kleine Pruts leefden thuis een kommerloos bestaan. Ze plukten
bloemen, vervlochten die tot lauwerkransen en dansten vervolgens zingend in het rond tot het weer eens tijd werd om naar bed te
gaan.
Dat kon niet blijven duren, want Nicale en Nicule bereikten al vlug de
leeftijd waarop ook zij de vleugels zouden uitslaan.
Nicole moest zoeken naar een geschikte man voor die twee. Ze nam Nicule en Nicale mee op stap. Daar
ontwaarden ze inderdaad een jongeman die tot hun verbeelding
sprak.
‘Met welke auto is die jongen naar hier
gekomen?’ vroeg Nicole aan de barman.
Die moest lachen toen hij naar buiten wees. Op de parking stond tussen de vele auto’s een mooi glimmend, wit paard.
Vlug
vervoegde Nicole weer haar zusters die, zenuwachtig nippend van hun frisdrank,
zaten te wachten. ‘De tekens liegen niet,’
zei Nicole overtuigd, ‘dit is duidelijk de
prins op het witte paard. Mocht ik in jullie plaats zijn, ik zou niet twijfelen.’
Dat deden de
zusters dan ook niet en zo komt het dat het trouwfeest enkele maanden later al kon
doorgaan. Nicale en Nicule zagen er verrukkelijk uit in hun
trouwkleren. Er werd gedanst,
gedronken en gezongen. Het witte paard van de prins stond
deze merkwaardige gebeurtenis op enige afstand gade te slaan en wachtte geduldig
op de dingen die gingen komen.
Toen het
tijd werd om het feest af te ronden, zochten Nicale en Nicule vergeefs naar hun
gemeenschappelijke bruidegom. Niemand wist waar hij naartoe was. Ook het witte
paard werd bevraagd, maar het gaf, zoals te verwachten was, geen antwoord.
Niemand?
Toch wel. De barman had gezien hoe de prins en Onze Kleine
Pruts hand in hand weggelopen waren. Ze waren het feest stiekem ontvlucht en om de hoek waren ze op de bus gestapt die hen naar een onbekende
toekomst gevoerd had, alwaar ze vervolgens nog lang en gelukkig leefden.
Flor
Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten