— Lucia Berlin (1936-2004) — |
Lucia Berlin schrijft over haar
eigen leven in een genre dat autofictie heet. Tijdens het schrijven verandert dat leven, het wordt verliteratuurd. Ze brengt er ritme en
kleur in, verdicht het, schaaft en reconstrueert het tot het literatuur
wordt. Een van haar zonen zegt daarover: ‘Our family stories and memories have been slowly
reshaped, embellished and edited to the extent that I’m not sure what really
happened all the time. Lucia said this didn’t matter: the story is the thing.’ Het is het verhaal waar het om gaat.
Als kind komt ze zo’n beetje overal in Amerika terecht. Veel verhuizen
is ook wat ze in haar volwassen leven blijft doen en elke nieuwe plek is
goed voor weer nieuwe verhalen. Dat geldt ook voor elke nieuwe man die haar weg
kruist en voor elke nieuwe job die ze aanneemt, van poetsvrouw tot docente en alles
wat daartussen ligt. En het geldt zeker voor haar alcoholverslaving en de
lichamelijke kwalen waaraan ze leidt.
Een leven met veel vreugde & verdriet en met prachtige verhalen.
Enkele werden dit jaar in ‘t Nederlands uitgegeven als Handleiding voor poetsvrouwen. Voor mij was
dat een openbaring en wel van het soort dat ik eerder al mocht ervaren toen ik
de Rus Isaak Babel⇲ in de nieuwe
Nederlandse vertaling las en wanneer ik de Amerikaanse Grace Paley⇲ leerde kennen,
een prachtschrijver. Babel, Paley en Berlin hebben trouwens de uitgepuurde vorm met elkaar
gemeen en het genre waarin ze alle drie zo goed zijn, het korte verhaal. Paley
en Berlin hebben daarenboven een gemeenschappelijk onderwerp: het dagdagelijkse
leven van alleenstaande moeders.
Heeft Lucia Berlin me iets te leren? Dat
heeft ze heel zeker, zowel naar inhoud als naar vorm. Wat ook blijkt uit dit citaat uit het verhaal Neerstrijken:
‘De enige reden waarom ik zo oud geworden
ben is dat ik mijn verleden heb losgelaten. Verdriet, berouw, medelijden heb
buitengesloten. Als ik ze binnenlaat, mezelf één enkel kiertje toesta, zal de
deur beng openvliegen en zullen golven van pijn mijn hart overspoelen mijn ogen
met schaamte verblinden kopjes en flessen kapotslaan potten verbrijzelen ramen
versplinteren bloederig rondstrompelen over gemorste suiker en gebroken glas
doodsbenauwd kokhalzen totdat ik met een laatste siddering en snik de zware
deur dicht duw. De scherven nog één keer opruim.’
Ik ga dat ook doen, die kier goed dichthouden, want ook bij mij zou de deur beng openvliegen. In het aldus ontstane tochtgat zouden ook mijn komma’s weggeblazen worden door emoties die nauwelijks bij onze leeftijd passen. Ja, ik ga dat ook doen.
Ik ga dat ook doen, die kier goed dichthouden, want ook bij mij zou de deur beng openvliegen. In het aldus ontstane tochtgat zouden ook mijn komma’s weggeblazen worden door emoties die nauwelijks bij onze leeftijd passen. Ja, ik ga dat ook doen.
Lucia Berlin, Handleiding
voor poetsvrouwen. Lebowski Publishers, Amsterdam 2015. 256 ps. ISBN
978 90 488 2709 1.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten