Op 2 november 1980 ontsnapte Assata Shakur (°1947, als Joanne Deborah
Byron) uit een Amerikaanse gevangenis. Ze vluchtte naar Cuba, waar ze in 1984
weer boven water kwam. Fidel Castro had haar inmiddels politiek asiel verleend.
Hij was de mening toegedaan dat deze activiste van de Black Panthers en van de Black
Liberation Army in de USA onterecht veroordeeld werd voor de dood van een
politieman. Assata woont vandaag nog steeds in Cuba, maar de Amerikanen geven
niet op. In mei 2013 kwam ze daar in de top tien terecht van de Most Wanted Terrorist List. Wie haar aan
de FBI uitlevert wordt 2 miljoen dollar rijker.
Alhoewel Assata Shakur al drie decennia lang geen voet meer op
Amerikaanse bodem gezet heeft, blijft ze daar toch erg bekend. In de protestmarsen die in Amerika georganiseerd worden, telkens een
politieman het weer eens nodig geacht heeft om een zwarte mens te liquideren,
vallen de hoodies op waarop te lezen
staat: Assata taught me. [Om mijn leeftijdsgenoten te instrueren moet ik hier wellicht aan toevoegen dat een hoodie een bij
jongeren populair kledingstuk is. Om dan weer de jongeren te instrueren, die misschien wel denken dat die brutale politieoptredens incidenteel zijn, plaats ik een documentaire onder dit stuk, waarin je van Assata iets anders verneemt.] En op de achterkant van zo’n hoodie staat: ‘It is our duty to fight for our
freedom. It is our duty to win. We must love each other and support each other.
We have nothing to lose but our chains.’ (‘Het is onze plicht om te
strijden voor onze vrijheid. Het is onze plicht om te winnen. We moeten van elkaar
houden en elkaar steunen. We hebben niets te verliezen behalve onze ketenen.’) Dat
citaat komt uit Assata: An Autobiography,
een boek dat ze in 1987 in Cuba geschreven
heeft. Je kunt het gratis in een PdF-versie van ’t web halen.
Al bladerend in dat boek vallen meteen de gedichten op die de teksten onderbreken.
Blijkt dat Assata niet alleen een revolutionaire activiste is en een
slachtoffer van het Amerikaanse racisme, maar ook een dichteres. Het boek opent
met zo’n gedicht waarvan de laatste lijnen in vertaling luiden: En ik geloof dat een verloren schip, / Gestuurd
door vermoeide, zeezieke zeelui, / Nog altijd naar huis gegidst kan worden /
Naar de haven. Assata Shakur is een optimiste en optimisme is iets wat wij,
vermoeide matrozen van een verloren schip, goed kunnen gebruiken.
Assata Shakur is een harde tante, maar ze blijft ook nederig: ‘I have eaten crow and
blunder bread, and breathed the stench of indifference’.
Ook zij heeft in ‘de stank van
onverschilligheid’ geleefd en begrijpt dat niet iedereen haar weg kan
volgen: ‘If you are deaf, dumb, and
blind to what is happening in the world, you’re under no obligation to do
anything.’ Anders is het voor wie weet hoe de wereld draait: ‘But if you know
what’s happening and you don’t do anything but sit on your ass, then you’re
nothing but a punk.’
In het boek neemt ze een document op dat To my people heet. Ze heeft dat stuk in de gevangenis
geschreven: ‘Ik heb de oorlog verklaard
aan de rijken die op onze armoede gedijen, aan de politici die liegen terwijl
ze ons toelachen, en aan al de hersenloze, harteloze robotten die hen en hun
eigendommen beschermen.’ Die robotten zijn de Amerikaanse bottinekes die ze in het boek onomwonden pigs, fascists en Nazi’s noemt.
Indrukwekkend is het gedicht dat ze op ’t einde van het tiende
hoofdstuk plaatst. In Leftovers – What is
Left maakt ze in dertien korte strofen de balans van haar leven op. Wat
blijft daarvan over na de veroordeling, de tralies en de ketens? Wat blijft er over
nadat je kind in de gevangenis geboren werd en vervolgens weer van je afgenomen? Wel wat overblijft
is dit: I’m in love with / Losers and
laughter. / I’m in love with / freedom and children. // Love is my sword / and truth
is my compass.
Flor Vandekerckhove
Assata Shakur documentary
Geen opmerkingen:
Een reactie posten