HET BLIJFT MOEILIJK, dat
Nederlands en ik blijf ermee worstelen. Dat blijkt ook in Fotoclub De Duinentrekkers⇲, waarin heb
ik het terloops over een golfbreker heb.
Daar krijg ik commentaar op van Dirk Reunbrouck, in de volksmond bekend als
Dirksje: ‘Ja, ik weet het, ‘t is muggenziften, maar in je stukje spreek
je over de foto van een golfbreker. Maar was dat wel een golfbreker? Was het
geen strandhoofd?’ En hij legt me het
verschil uit. ‘Een golfbreker is een
dijk of een wal die meestal evenwijdig aan de zee gebouwd wordt. Bedoeling ervan
is de kracht van inslaande golven te verminderen. De strekdammen voor de havens
van Oostende en Zeebrugge zijn golfbrekers.’ Wat ik in dat stukje golfbreker noem is iets anders, dat is een strandhoofd. ‘Zo’n strandhoofd wordt dwars op de golven
gebouwd. Het bouwwerk dient niet om de golven te breken, maar om te beletten
dat het strand erodeert, dat het met andere woorden wegspoelt.’
Hij
stuurt me een artikel op. Bij dat artikel staat ook een luchtfoto die ik hierboven overneem. We zien een strand met een aantal golfbrekers die er geen zijn, het zijn strandhoofden. Het onderschrift: ‘Opeenvolgende strandhoofden resulteren in de loop der tijden in het typische
zaagtandpatroon van de kustlijn. Het sedimenttransport evenwijdig aan de kust
veroorzaakt aanzanding aan de bovenstroomse zijde van het strandhoofd en erosie
aan de afwaartse zijde.’ Zelf begrijp ik bovenstroomse en afwaartse
zijde niet zo goed, maar het zaagtandpatroon
is op de foto wel duidelijk te zien.
Dat is toch wel godgeklaagd, vind ik. Al heel mijn leven loop ik al langs ’t strand, en nooit heb ik op dat zaagtandpatroon
gelet. Is dat niet erg? En nooit eerder heeft iemand me gezegd dat een
golfbreker geen golfbreker is maar een strandhoofd. Is dat niet merkwaardig?
P.S.1: Dirk Reunbroeck laat me achteraf nog iets weten over die bovenstroomse en afwaartse zijde, uitdrukkingen die ik niet goed begrijp. ‘Dit’, zegt hij, ‘heeft te maken met de stromingen. Aan onze kust is de vloedstroom sterker dan de ebstroom en zet dus meer zand af aan de westkant van het strandhoofd. Op de foto zie je aan de westkant van het strandhoofd goed de verzanding.’ Ik kijk naar de foto en moet eerlijk toegeven dat ik dat helemaal niet zie. Wat ik wel zie is dat het strand in de verte smaller is dan vooraan op de foto, maar da’s wellicht niet ter zake doend. Ik zie ook dat het water tussen twee golfbre… sorry strandhoofden verder oprukt dan op de plek waar die strandhoofden de golven gebroken hebben. Vandaar dat we, blijkbaar verkeerdelijk, denken dat het golfbrekers zijn. Maar ben ik dan verkeerd wanneer ik zowel links als rechts van die strandhoofden evenveel zand zie liggen?
P.S.2: En dit is wat germanist Gilbert Vanleenhove me over golfbrekers en strandhoofden laat weten: 'Ook al lijken al die benamingen op het eerste gezicht een beetje synoniem van elkaar, toch maakt Van Dale ook een onderscheid in de functie van die bouwwerken. Het zal wel zo zijn dat deze termen voor technisch gebruik meer verfijnd worden. Dirk heeft dus ongetwijfeld gelijk. In de volksmond echter is een strandhoofd nog altijd een golfbreker. En als we dat lang genoeg blijven gebruiken, dan wordt dat misschien écht zo. Ook al vind ik ‘katéje’ minstens even aantrekkelijk.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten