AL LANG probeer ik me het meesterwerk van Hendrik Conscience toe te
eigenen. Ik heb dat hier⇲ al eens verteld.
Ik wil weten wat ik nog met Consciences helden kan
aanvangen, bijvoorbeeld met de maagd Machteld.
Conscience komt, naar eigen zeggen, woorden te kort om zijn heldin te
beschrijven: ‘Onmogelyk is het
de lieflykheden dezer jonge maegd te beschryven.’ Maar hij doet het vervolgens toch: ‘Hare wangen waeren zoo zachtjes door ontellyke purpere adertjes
gekleurd, dat het fynste roozenblad op haer aenzicht eene vale vlek ware
geworden; de oogen zoo blaeuw als de hemel en de lippen zoo rood als twee
boordjes van scharlaken fluweel.’ Daarmee houdt het niet op: ‘Wanneer hare grimlach, zoo zoet en zoo
zalig als de hoop der menschen, haren engellyken mond bewegen deed, kwamen
sneeuwwitte tanden tusschen hare lippen heen glinsteren, en twee kleine putjes
vormden op hare wangen de kelken der roozen die er op blonken.’
U vindt dat Conscience al te zeer in overdrive gaat, toch vind ik daar een zinsnede in die ik kan
meenemen: ‘hare grimlach, zoo zoet en zoo
zalig als de hoop der menschen’. Niet glimlach maar grimlach. Da’s is een oud woord, synoniem voor grijns, een
bittere lach. Tegelijk is die grimlach, zegt Conscience, ‘zalig als de hoop der menschen’. Wat een prachtige tegenstelling, wat een botsing van tegengestelden! De tegenstelling is zo groot dat ik eerst vermoed dat er een zetfout in ’t spel is. Als ik nog eens naar de bib ga, moet ik dat eens opzoeken, zeg ik, in
recentere uitgaven van dat boek. Waren glimlach en grimlacht ooit synoniemen? Het zal hoe dan ook de pret niet drukken, een grimlach, zalig als de hoop van de
mensen is een buitenkans die ik niet laat liggen.
De nieuwe Machteld zal uiteraard geen maagd zijn, want het
maagdendom is in een moderne maatschappij niet langer relevant. Of haar lippen
op scharlaken fluweel lijken zal me
worst wezen, en dat geldt ook voor de putjes
op haar wangen. Maar ze zal wel over een
grijns beschikken die de hoop der
mensen uitdrukt.
De Machteld waarmee de XXIste eeuw iets kan aanvangen zal een
harde tante zijn. Wanneer alle mannen de strijd opgegeven hebben, zal zij de
vonk leveren die het vuur weer hoog laat oplaaien. Dat zal gebeuren in een
verhaal dat weliswaar nog gemaakt moet worden, maar dat toch al een naam heeft:
Rooie Machteld en de uitgezogenen.
Zie haar daar staan, op dat balkon voor 't raam, uitkijkend over de
dingen, terwijl ze een hasjpijpje rookt. En kijk vooral naar die grimlach die
de hoop van de mensen uitdrukt.
(Vervolgt)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten