In 2015 heb ik in deze blog 195 stukjes gepubliceerd, bijna één per anderhalve dag. Dat is veel. Waarom doe ik dat eigenlijk? Laat het me je uitleggen. En volg me, want ik neem een omweg.
In een essay dat ze wijdt aan een boek van
David Foster Wallace schrijft Zadie Smith: ‘Hij
kan al evenmin met die snelheid worden gelezen, begrepen en genoten als dat we
in een weekendje de Goldberg-variaties
kunnen leren spelen. Zijn lezer moet zichzelf eigenlijk zien als een musicus,
die het blad muziek — de gave van het werk — over de muziekstandaard uitspreidt,
en de keuze maakt dit te spelen. Eerst komt er het instuderen, dan de
bekwaamheid met het instrument, daarna het tijd doorbrengen met de bladmuziek,
en dan het spelen, telkens en telkens weer opnieuw.’
Is dat de manier waarop u, lezer, een boek tot
u neemt? Ik denk het niet. Zadie Smith beschrijft daar trouwens evenmin de
manier waarop u naar de Goldberg-variaties
luistert. Ze heeft een luisteraar van een speciaal type voor ogen, de
luisteraar-musicus, en een lezer van een speciaal type, de lezer-schrijver.
— Zadie Smith — |
Het citaat van Zadie Smith leert mij hoe het
komt dat anderen zo veel boeken uitgelezen krijgen en ik zo weinig. Terwijl andere mensen alweer de waan van de dag aan ’t verorberen zijn, ben ik nog altijd het kleine
oeuvre van Isaak Babel aan ’t uitbenen, ‘telkens en telkens weer opnieuw.’
Maar voor ik weer zo'n meesterwerk ‘over de muziekstandaard uitspreid’ keer ik even terug in de tijd. In 1988
neem ik een belangrijke beslissing. Ik sla de deur achter me dicht en besluit me
te concentreren op het enige talent — talentje! — waarover ik beschik:
schrijven. Ik nader dan de veertig en besef dat ik niet langer mag wachten.
Veel later, op 11 juni 1996, publiceert De
Morgen Het foert-gevoel, een paginalang stuk van Douglas De Coninck en Ayfer Erkul. Die
journalisten hebben het daarin over de politicus Johan Van Hecke die de
voorzitter van de machtigste partij van ’t land is… Dat wil zeggen, geweest is,
want ook hij slaat plotsklaps de deur achter zich dicht en verlaat halsoverkop de
politiek om alleen nog te doen wat hij niet langer laten kan. De journalisten
gaan in de geschiedenis op zoek naar een gelijkaardig voorbeeld en stoten op de
troonsafstand van de Britse koning Edward XIII. Ze gaan ook op zoek naar een
gewone mens die zoiets gedaan heeft en komen bij mij terecht: ‘Vandekerckhove besluit vuurtorenwachter te
worden in Oostende en uitgever van het met opdoeken bedreigde Visserijblad. En
boeken schrijven, dat wil hij ook wel.’ In het stuk word ik geciteerd: ‘Je verdient plots een pak minder, maar je
leven is zoveel meer waard.’ Ja, in die tijd denken de mensen nog dat ik echt de laatste vuurtorenwachter ben. Maar voor de rest is 't allemaal waar. Dat is wat ik in de schaduw van de vuurtoren meteen ervaar en dat
is wat ik nog steeds, zelfs in toenemende mate ervaar: schrijven maakt me gelukkig.
— Seymour Bernstein — |
Het is een 90-jarige pianist die me uitlegt
hoe dat komt. Op kerstdag kijk ik naar de documentaire Seymour, een leraar uit de duizend. Daarin vertelt pianist Seymour
Bernstein dat onze essentie in ons talent vervat ligt. Wanneer je je muzikale
talent ontwikkelt, zegt hij, kun je een diepe eenheid bereiken tussen je
muzikale en je persoonlijke zelf, zodat muziek en leven op elkaar inwerken, ‘en er een nooit eindigende cyclus van
bevrediging ontstaat.’ Wat hij daarmee zegt is dit: in het ontwikkelen van
je talent ligt de sleutel van ’t geluk. En wat is ontwikkelen anders dan het ‘telkens en telkens weer opnieuw’ waarover
Zadie Smith het in haar essay heeft?
Niet iedereen is van de lange adem. Niet alle lopers doen het in een marathon, niet alle schrijvers kiezen voor de trilogie, niet alle componisten zoeken het in symfonieën. Er zijn er, zoals Erik Satie, die in korte stukjes hun talent ontwikkelen en daarin naar een perfectie streven die in de wereld anders niet te vinden is. Dat is ook wat ik in mijn korte stukjes nastreef. Vandaar dat ik me een motto van A.L. Snijders, de kampioen van de korte stukjes, aangemeten heb: 'Het is al miljoenen malen gezegd, en het zal nog miljoenen malen gezegd worden: de werkelijkheid is zo angstaanjagend groot en wij zijn zo onvoorstelbaar nietig dat er niets anders op zit dan schrijven, schrijven, schrijven, schrijven, schrijven.' Vijf keer na elkaar dus. Waarna ook u begrijpt waarom ik zoveel stukjes publiceer, ‘telkens en telkens weer opnieuw’.
Er rest daarover, vind ik, nog een vraag te beantwoorden. Getuigt het niet van egoïsme wanneer je je zo sterk op je eigen talent focust? Dat denk ik niet. Toch niet wanneer je 't resultaat ervan wegschenkt. Egoïstisch is het niet wanneer je je gave aan de markt onttrekt en er een gift van maakt. Dat is ook wat Seymour Bernstein daarover zegt: 'I poured it into you.' Hij heeft zijn gave in zijn leerlingen gegoten.
Flor Vandekerckhove
Het boek waaruit ik het citaat
van Zadie Smith haal, heet Ik heb me
bedacht. Het werd in 2010 uitgegeven door Prometeus. Op het internet
staat een interessant interview met Seymour Seymour. In Seymour: An Introduction heeft hij het o.a. over het belang
van het oefenen en over het genot van het ouder worden: https://www.youtube.com/watch?v=ePZF7cTugP4
Geen opmerkingen:
Een reactie posten