— Félix Fénéon (1861-1944), terwijl hij aan de redactie van een tijdschrift werkt. — |
In de krant verzamelt de rubriek faits divers nieuwsberichten die buiten
de gebruikelijke classificatie vallen. Ze worden er bijeengebracht zonder dat er een
verband bestaat: Overvolle roltrap
verandert plots van richting - Aangespoelde haai vecht voor zijn leven - Man vindt schaar opnieuw uit… In Vlaanderen overheerst de mening dat het onbelangrijk
nieuws betreft. In ‘t Frans is die connotatie er niet.
Elke redacteur weet dat de
rubriek veel stielkennis vereist. Wie? Wat? Waar? Wanneer? Je moet het wel op een
kleine oppervlakte gezegd krijgen, want veel faits divers worden als korte
berichtjes (‘kortjes’) gepresenteerd, maximaal tien regels, vijf zinnen, veelal
zonder titel.
Omdat ik in mijn verhalen extreme beknoptheid
nastreef kan ik van de specialisten veel leren. Dat geldt zeker voor Félix
Fénéon die gedurende zeven maanden in Le Matin een rubriek met kortjes vult. De rubriek heet En trois lignes en bestaat uit berichten
die de redactie te elfder ure bereiken.
Vanaf mei 1906 krijgen de lezers die kortjes
in een welbepaalde stijl te lezen: ‘Mevrouw
Fournier, M. Voisin, M. Septeuil hebben zich opgehangen: zenuwziekte, kanker,
werkloosheid.’ Fénéon doet meer dan de berichtjes compact neerschrijven, hij zoekt een ritme en een toon die er bijna
haiku’s van maken: ‘Brand, boulevard
Voltaire. Een korporaal werd gewond. Twee luitenanten kregen op hun hoofd, de
ene een balk, de andere een pompier.’
Heeft Fénéon zijn stukjes achteraf verzameld?
Zijn maîtresse deed het in elk geval wel en ’t schijnt dat zijn echtgenote het ook
gedaan heeft. Het is dank zij zo’n verzameling dat wij zijn faits divers kunnen
lezen. Ze worden in 1948 voor ’t eerst in een boek gepubliceerd en sindsdien verschijnen er
regelmatig nieuwe edities. In 2007 wordt er een Engelstalige vertaling gepresenteerd,
Novels in Three Lines, die hier door
Julian Barnes jubelend besproken wordt. Er bestaat ook een Nederlandstalige
editie. De bewerker legt uit hoe
moeilijk het genre is: ‘De ruimte is beperkt tot
drie kolomregels van elk 44-46 aanslagen, gemiddeld 135 per bericht. Dat is al
krap, maar er gaat nog af. In mindering op de tekst komen ook het ‘balkje’
(vier aanslagen, inclusief witjes) en de accreditatie (persbureau, eigen
garing, correspondent) aan het einde: gemiddeld vijf aanslagen. Blijven over
voor de tekst: gemiddeld 126 aanslagen, inclusief spaties. Bij berichten uit
Parijs moet het arrondissement worden genoemd (2de, Xde), liefst met het adres;
bij berichten uit de provincie het departement. De algemeen bekenden, in de
buurt, mogen worden afgekort, maar hoe verder van de hoofdstad, hoe liever
voluit. Een redacteur van de Nouvelles
en Trois Lignes heeft dus gemiddeld 25 woorden om de W’s van een
nieuwsbericht -- Waar, Wat/Wie, Wanneer, Waarom/Waardoor -- te beantwoorden. In
de praktijk nóg minder, want het is niet ideaal als regel drie wordt
volgeschreven. Dan oogt de luchtig bedoelde rubriek te zwart en te zwaar. Dus
hier en daar wat wit, graag.’
En
wie denkt dat Twitter iets nieuws is, zal na de hieronder staande pareltjes uit 1906 wel
anders denken.
* Terwijl zij in Boulogne een scheepslading drank aan
land brachten, hoorden de smokkelaars roepen: ‘Halt, politie!’ Zij ontzwommen
de dans.
* Belgische kikkers, die door een wervelstorm uit hun
vijvers waren gezogen, regenden
neer op Duinkerken, daar waar geen meisje nog in prinsen gelooft.
* Luttele schreden van het ruiterfestijn in Toulouse,
is de 31-jarige oud-onderofficier G. Durbach door zelfmoord aan de werkloosheid
ontkomen.
* Christian, boswachter in de Vogezen, poogde op de
steile helling van de Volonte zijn afgewaaide kepie te grijpen, viel uit de
wagen, en zo voort, te pletter.
* In een aflaatvrije tent te Versailles bereikte de
ex-priester
Rouslot bij het elfde glas absint een delirante plek die tot
zijn
transsubstantiatie leidde.
* De lijkschouwing van een jochie, dood aangetroffen
in
een greppel bij Niort, wees uit dat Magere Hein zich
niet als enige aan hem had
vergrepen.
* ‘Poef,’ deed het gas bij de Larrieus te Bordeaux.
Hij
gewond. Het kapsel van zijn schoonmoeder afgebrand.
Het plafond
weggeblazen.
* M. Abel Bonnard, uit Villeneuve Saint-Georges,
verspeelde
tijdens een pot biljart zijn linkeroog door
op zijn keu te vallen.
* De Duinkerker Scheid schiet driemaal op zijn
vrouw.
Driemaal mis. Nu neemt hij zijn schoonmoeder
op de korrel. Meteen raak.
Ik
heb het al veel gezegd, anderen hebben dat nog meer gedaan en 't zal ook na mij nog veel gezegd worden: In
der Beschränkung zeigt sich erst der Meister. Jawohl, maar dit stuk is toch weeral te lang geworden.
Flor
Vandekerckhove
Félix Fénéon, Het nieuws in drie regels.
160 p. Uitgeverij Vrijdag, 2009. Oorspr. Nouvelles en trois lignes
(1906). Bewerkt door Ruud Ronteltap
Geen opmerkingen:
Een reactie posten