De Chèvre Folle was een Oostendse kunstenaarskroeg. Het café werd in 1959 geopend en sloot in 1969. In 1998 werd het gebouw afgebroken. Op die plaats hangt nu een sculptuur van Pierre Claes, die aan het café herinnert. Over het café schreef ik eerder al een stukje en dat vind je hier↗︎. Op de foto’s. Links. Februari 1961. Burgemeester Jan Piers (rechts), geflankeerd door kunstschilder Maurice Boel in de Chèvre Folle. — Rechts. Onbekende datum. Muzikanten in de Chèvre folle. Iemand meent in de pianist Hugo Claus te herkennen, maar zeker is hij niet. Kunt u die mens uit zijn onzekerheid helpen? |
MISSCHIEN IS ZE van ’t zelfde geboortejaar als Joan Baez, op
wie ze lijkt, althans in mijn herinnering. Daar bezet Françoise een
vooraanstaande plaats in de eregalerij van onvergetelijke cafébazinnen. In de jaren zestig staat ze in Oostende achter de toog van de Chèvre Folle en daarna baat ze de Folk uit, afkorting van Folk, Blues & Jazzhouse. Beide etablissementen omschrijf je met de woorden van Armand: ‘Je komt binnen en je stikt er in de rook en
alles ruikt er muf.’ Ze zijn gevestigd in panden waarvan de beste tijd in
een ver verleden ligt.
De Franstalige Françoise is een nazaat van de bohème. Ze leidt haar
leven los van maatschappelijke conventies en wordt omringd door verwante zielen van mannelijke kunne. Dat die mannen zielsverwanten zijn, kun je zo zien.
Ze hebben lang, ongekamd haar dat op onbestemde plekken overgaat in wilde baarden en ze zijn met kunst bezig,
toch in die zin dat we elkaar regelmatig ontmoeten op vernissages, alwaar de
drank gratis is. Er is een uitzondering: soms wordt Françoise vergezeld door een
heerschap dat je helemaal niet aan de langharige Armand laat denken, maar aan De kleine man van Louis Davids: ‘Zo’n burgerman met een confectiepakkie an.’ Hij past niet in ons gezelschap,
maar hij trekt wel met haar naar boven. Lang blijft hij daar nooit, maar
toch lang genoeg om je af te vragen wat daar gaande is.
Opeens verdwijnt Françoise uit haar kroeg en uit mijn leven. Ze heeft de Folk overgelaten. Het gerucht doet de
ronde dat ze de secretaresse geworden is van een hoge NATO-pief. Vragen, vragen, vragen. Dat vreemde mannetje? Een secretaresse? De NATO? Het zijn vragen die onbeantwoord blijven, ook omdat er niemand rest om ze
aan te stellen, de entourage van Françoise is tegelijk met haar verdwenen.
Aan die vragen moest ik onlangs weer denken. Tania en ik waren
naar La Bohème van Puccini gaan kijken. Daar
zag je 't ook gebeuren, dat heel dat bohèmemilieu opeens de roep van de
volwassenheid beantwoordde en uitwaaierde. Maar Mimi, de
heldin in Puccini's opera, was wel — noblesse oblige! — eerst aan tering moeten sterven. Françoise daarentegen … Burgermannetje… Secretaresse … NATO … Ik wil het niet dikker maken dan het is, maar ik heb 't wel als verraad aangevoeld.
P.S.: Naast Françoise werd de kroeg ook nog opengehouden door Yves Billiet, Hans,Wolfgang, Alain… Ook Hubert Decleer↗︎ (†) is er korte tijd barman geweest.
Herinneringen aan het
Oostendse caféleven
2 opmerkingen:
De man rechts op de foto is 100% zeker NIET Hugo Claus.
Kunstenaar en boezemvriend van Hugo, Pjeroo Roobjee, bevestigde dat de man op de foto zeker en vast niet Hugo Claus is.
Klopt wat Hans zegt. Zeker niet Hugo Claus. Ik ben niet zeker, maar denk dat het schrijver-dichter Paul Snoek is. Temeer daar hij zich veel in Oostende ophield in die tijd. Ook in de Jamaïque bijvoorbeeld, aan de helling aan het Kursaal. Grtz, Dirk Bos.
Een reactie posten