— De Laatste Vuurtorenwachter verlaat zijn toren en wandelt in Heuvelland over de Catsberg.— |
Reislustig ben ik geenszins, maar ik beschik wel over een flinke dosis wanderlust. 't Is een woord dat helaas niet
in de Woordenlijst der Nederlandse Taal
staat. Wanderlust is Engels, wellicht ook Duits, en de Nederlandse vertaling luidt reislust,
wat me niet bevredigt. Reiskoorts
bevredigt me nog minder, want koorts is uiteraard nog erger dan lust. Ook zwerflust dekt mijn eigen wanderlust niet, want voor mij staat wanderlust voor het genoegen van het dwalend
wandelen, iets wat doellozer is dan reizen, maar doelgerichter dan zwerven. Omdat wanderlust zoveel mooier
is dan dwalendwandelgenoegen (wat
uiteraard evenmin in de Woordenlijst
staat) heb ik besloten het te adopteren.
Maar waarom is dwalend wandelen zo lustig? De Amerikaanse schrijfster
Rebecca Solnit heeft daar een antwoord op: ‘Ik
vermoed,’ zegt ze, ‘dat de geest, net
zoals de voeten, aan drie mijl per uur werkt.’ Wil je bedachtzaam door ’t
leven gaan dan doe je dat best al wandelend: 'Al
wandelend bereik je een delicate balans tussen werken en nietsdoen, tussen zijn
en doen. Het is lichamelijke arbeid die niets anders produceert dan gedachten,
ervaringen en uitkomsten.’ En verder: ‘Idealiter
is wandelen een toestand waarin geest, lichaam en wereld op één lijn liggen,
alsof het drie personages zijn die een gesprek met elkaar aanknopen, drie noten
die opeens een akkoord vormen. Wandelen laat ons toe om zowel in ons lichaam als
in de wereld te zijn zonder ons daar druk over te moeten maken.’
Tot voor kort had ik nooit van die Rebecca Solnit gehoord, maar ik ben
blij dat daar verandering in gekomen is, want anders had ik dit nooit gelezen:
‘Het ritme van het wandelen genereert een
ritme van denken, en de passage door een landschap echoot of stimuleert het
passeren langs een reeks gedachten. Hierdoor ontstaat een vreemde samenklank
tussen de interne en de externe passage, een die suggereert dat de geest ook
een soort landschap is en dat wandelen een manier is om dat geestelijke
landschap te doorkruisen (…)’
Of wat hierboven staat helemaal waar is, weet ik niet, maar ‘k vind het
wel een mooie gedachte. Wat ik wel zeker weet is dat zo’n wanderlust
in de handen van de schrijver Robert Walser mooie zinnen aflevert:
‘Tegen het einde van de tocht regende het
zonder ophouden, zo erg dat ik, vergenoegd of misnoegd, vrolijk of verdrietig,
tevreden of ontevreden, maar in ieder geval helemaal doorweekt mijn bestemming
bereikte.’
Flor Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten