—De Tarzan in de Duinbossen van De Haan. (Eigen foto) — |
In
de jaren vijftig was de wijk waar we woonden onze hele wereld. Ten noorden werd
die afgebakend door de zee, ten zuiden door de polders, in het oosten fungeerde
de
Visserskapel als grenspaal en ten westen was
er de oude
molen. Het waren grenzen die wij,
spelende kinderen, zelden overschreden.
Soms
deden we het toch. We fietsten naar de Spuikom of we trokken via het strand westwaarts naar het Fort
Napoleon en oostwaarts naar D’Heye.
Of we spoedden ons naar de Duinbossen van De Haan, want daar stond een boom die dringend beklommen moest worden: de Tarzanboom.
Daar
moest ik aan denken toen ik enkele dagen geleden het stukje over de Caesarsboom
schreef, die in Lo erg gekoesterd wordt. Ik herinnerde me opeens die Tarzanboom
en ik schreef er iets over in dat stukje.
Schamp beschrijft de plek nauwkeurig en omdat ik toch in De Haan moet zijn, ga ik die opzoeken. Rechtover
het MPI trek ik het bos in. Al gauw kom ik aan de rand van een duinpan. Die mag
je niet betreden. Er staat niet alleen een bordje dat je daarop wijst, er is
ook een omheining die het je belet. Aan de overkant zie ik hem staan, de
Tarzan!
Nog altijd oogt hij
indrukwekkend. Meer dan vroeger zelfs, want de tijd heeft aan de bodem gevreten
en de boom toont ons nu niet alleen zijn indrukwekkende takken, maar ook zijn machtige wortels. Ik vraag me af of de Tarzan op die manier nog een lang leven
beschoren is.
De boswachter is niet in de
buurt en ik kruip over de draad. Niet om in de top van die boom te klimmen —
dat zou ik niet meer durven/kunnen — maar om hem van nabij te fotograferen.
Terwijl ik dat doe valt me,
vlak naast de Tarzan, nog een boom op. Ook die kun je tot boven beklimmen. Mag
ik die buurboom de Jane noemen? Of is dat overdreven?
Flor Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten