Toen de RAL in 1977 voor het eerst aan de parlementsverkiezingen deelnam kon je 't resultaat geenszins een electoraal succes noemen. Toch had de campagne dat partijtje versterkt. Ik herinner me een bijeenkomst van mensen die in Gent actief aan de campagne meegewerkt hadden. Overdrijf ik als ik zeg dat daar honderd mensen aanwezig waren? Ook omdat we niet wilden beseffen dat dit maar een tijdelijk succesje was,
beslisten we dat de RAL een groter Gents lokaal behoefde.
Dat vonden we in een leegstaand pakhuis in de Frans Ackermansstraat. We
verbouwden het tot een heus centrum dat we toepasselijk ’t Stapelhuis noemden (andere
voorstellen varieerden van Germinal
tot Hotsi Trotski.) Op de hoogste
verdieping maakten we vier (vijf?) vergaderlokalen en een secretariaat met bibliotheek; op de
tussenverdieping kwam een boekwinkeltje en een zaal met bar, goed voor toch wel
honderd mensen. Waren de toiletten op de benedenverdieping? Stond daar de
verwarmingsketel? Die verdieping bleef
hoe dan ook onafgewerkt. Ik vermoed dat de RAL, later SAP, daar tot het einde
van het huurcontract gebleven is, tot 1987.
Dit stukje wil het geheugen openwrikken, zowel ’t mijne als dat van
anderen, want ik ga proberen herinneringen te sprokkelen die met dat centrum te
maken hebben.
De RAL organiseerde in dat gebouw wekelijks de Vrijdagen van ’t Stapelhuis. Dat
‘Socio-Kultureel Centrum’ was ook een open huis. Naast de RAL en de
jongerenbeweging ervan, SJW, had ook de Turkse DHKD daar een basis. De
grote zaal werd ruim gebruikt, ook door buurtbewoners. Ik herinner me
pingpongtafels, een cursus elektronische muziekcreatie, repetities van een
toneelgroep rond Arne Sierens en van een punkgroepje rond Erik Goeman, een
Turks trouwfeest, een druk bijgewoond feest van anarchisten… Vooral op
vrijdagen was het druk in de bar. Een getrouwe klant was Eric Temmerman die de
zieltogende feestzaal Vooruit zou omvormen tot wat het nu is, en ook daar
heette het voortaan ‘Socio-Kultureel Centrum’.
— Op de voorgrond: veterane Adriënne Depreester.
De mens met al dat haar, — ook mijn haar was toen anders — aan de toog, ben ik, inmiddels zelf veteraan. — |
Ik probeer bovenstaande foto's te duiden.
Omdat de rugzijde het vermeldt wist ik meteen dat het een ‘Veteranenfeest’ betrof
dat op 12 december 1981 doorging. Gevierd werden Adriënne Depreester, een
overbuurvrouw die zich al gauw in de werking ingeschakeld had, Richard Fordeyn,
een oudere sympathisant en Oscar Vereecken, een historisch lid van de Gentse trotskistische
beweging; over hem heb ik hier een in memoriam gepubliceerd.
Van dat feest heb ik drie foto’s. Ik heb ze een beetje rondgestuurd en we
hebben op één na (nummer 10) alle namen kunnen weervinden. Da’s niet zonder
slag of stoot gegaan, want ja, het nummer 5, waarin we eerst Rik De Coninck meenden
te herkennen, blijkt uiteindelijk dr. Jan Van Bouchaute te zijn. En het nummer 9
was voor de enen Karin Criel en voor de anderen Robbie Ghekiere (Gelukkig weet
Karin nog welke haarsnit ze in 1981 had. Lang haar is Robbie. Of Rudy Velghe, dat kan ook.) Merkwaardig is
ook dat Willie Panhuis even dacht dat zij de vrouw achter het nummer 10 was, maar
inmiddels is ze daar van afgestapt en ook hier heeft de haartooi naar zekerheid geleid: ‘Mijn haar was toen langer’.
En dit zijn de namen: 1. Wim Sebrechts; 2. Richard Fordeyn;
3. Raf Verbeke; 4. Chantal Desmet; 5. Jan Van Bouchaute; 6. Frank Vanmaroey;
7. Eddy Decreton; 8. Marijke Colle; 9. Robbie Ghekiere [hier past enig voorbehoud. Volgens Eddy Decreton is dat zeker Robbie niet; Sabine Dick denkt hier Rudy Velghe in te herkennen en Dirk Cosyns vraagt zich af of het niet Cathy Cornelissen kan zijn]; 10. Grote onzekerheid: Marijke Colle zegt dat de vrouw
waarmee ze aan het babbelen is uit Aalst afkomstig was, een activiste van de BBTK in
Brussel. Dirk Cosyns vermoedt vreemd genoeg dat hij zich achter dat
nummer ophoudt; 11. Luc Van
Buynder; 12. Maria Buysse.
Ik zei het al: zo’n foto’s openen het geheugen. Nog voor we ons de naam
van de vrouw achter het nummer 12 herinnerden — Maria Buysse — wist Marijke
Colle al dat de echtgenoot ervan over een stencilmachine beschikte nog voor de
RAL zich zo’n gesofistikeerd productiemiddel kon veroorloven. Dát waren tijden!
Flor Vandekerckhove
— Dit is niet ’t Stapelhuis, maar het gebouw dat er gekomen is nadat het
huis afgebroken werd. Het geeft een idee van de grootte van het centrum. — |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten