IN DE KOEKENDOOS van mijn verleden vind ik moeiteloos foto’s van zestien-, zeventienjarige
pijprokers waarmee ik in Bredene mijn jeugd deelde. Wat dreef ons? Volgden we stichtende voorbeelden? Grepen we naar de pijp in afwachting dat we de pen ter
hand zouden nemen? Misschien wel ja, er waren nogal wat
schrijvers die pijprokend door ’t leven gingen: Harry Mulisch, George Simenon, Godfried Bomans, Ernest Hemingway, Stijn
Streuvels, Felix Timmermans, Gerard Walschap… Of werden we naar de pijp
gelokt door imaginaire pijprokers zoals kapitein Haddock, Ollie B. Bommel, Popeye, Sherlock Holmes, Maigret,
madam Pheip… Ik zoek naar
oude advertenties die ons beïnvloed hebben. Die leren me dat onze prille
mannelijkheid in ’t geding was: ‘Pijproken is mannenwerk.’
Zelf
herinner ik me vooral de indringende, zeemzoete, peperkoeken geur van een
Schotse tabak waaraan we de voorkeur gaven, maar die, eerlijk gezegd, niet te
harden was. De geur van Clan was zo overweldigend dat de luchten boven de polders ervan doordrongen waren. En nu, meer dan een halve eeuw later, gebeurt het nog dat een vaag restant van die geur me van over de beemden toewaait.
[In DLVuurtorenwachter dateert deze post van 2018. In 2024 redigeer ik hem opnieuw ten behoeve van de FB-groep Bredene RETRO.]
1 opmerking:
Deze clan geur is heel zeker, een herinnering aan onze jeugd😏😉.
Een reactie posten