* 4 juni 2018 — In de bieb heb ik Gestolen
voorwerpen uit de rekken gehaald, een dagboek van David Sedaris. (°) Volgens
die schrijver heeft zo’n boek als bedoeling ‘dat je erachter komt wie je bent’ en de uitdaging ligt er vervolgens in dat je in dat dagboek ‘trouw
bent aan die persoon. Want dat is vaak niet mogelijk. Zullen de mensen zich
niet van me afkeren als ze zien hoe ik werkelijk ben? Vraag je je af.’
Ik denk dat ik dat ook eens ga doen, een dagboek bijhouden. Ik neem me
voor om dat tot ’t einde van de week vol te houden. Nauwelijks vijf dagen? vraagt
u, schuddebuikend van 't lachen. Maar dan weet u niet dat ik het eerder al eens geprobeerd heb en toen heb ik het maar één dag volgehouden. Dat was op 9 oktober
1967. Wat in dat ééndagboek staat kun je hier nalezen. Wel dien ik u te verwittigen: er staat een naaktfoto
bij!
* 5 juni — ‘s Mans naam kan ik je hier niet meedelen, want hij is een notabele en
hij redeneert een beetje à la Trump, maar dan op z'n Oostends. Voorzichtigheid is geboden, want Trumpisten hebben de wind in de zeilen.
Via ’t internet krijg ik een tekst van deze miniTrump toegestuurd. Ik lees er een opeenstapeling van clichés in
en laat hem dat ook weten. Hij antwoordt met een brief waarin zo mogelijk nog
meer clichés staan.
Zo gaat dat nu al vele jaren. Hij schrijft een hoop onzin, en als ik
hem daarop wijs antwoordt hij met nog meer onzin. Daar tegenover staat dan weer
dat zijn strapatsen me regelmatig inspireren. De verhalen die eruit
voortvloeien bouw ik op rond een personage dat meneer Delanghe heet; ik heb er al negen en er is nog een aan 't sudderen.
* 6 juni — Vandaag zijn we naar de cinema geweest. [Over die zaal heb ik hier eerder al een stukje geschreven]. De film
heet The Guernsey Literary and Potato
Peel Pie Society. Mooi schrijverssprookje. Achteraf voer ik in de gangen een
gesprek met Carlo die daar werkt. We hebben het over de verschillende namen van
de zalen, de Rode, Blauwe, Groene en… zaal Vier, en waarom die laatste niet de
Zwarte of de Roze zaal heet, want dat zijn daar de dominante kleuren. Ik
begrijp zijn uitleg niet helemaal, maar ’t is toch een aangenaam gesprek. En veel aangenamer dan de briefwisseling die ‘k gisteren met die would-beTrump
gevoerd heb.
* 7 juni. — Vandaag laat ik me fotograferen in de traction avant van buurman Michel. Eerst denk ik het beeld te
gebruiken voor een verhaal waarin zo’n auto een rol speelt. Maar je weet hoe ’t
gaat: de dingen gebeuren omdat ze rijmen (zegt Nyk de Vries). Met fotoshop haal
ik Michel uit de auto weg en ik plaats Jan van Eyck achter het stuur. Ik
gebruik de foto bij een stukje over het gestolen paneel De rechtvaardige
rechters, want nu Marc de Bel daar een nieuw boek over publiceert is er weer
veel om te doen. Geestig is dat de Bel op mijn blogpost geantwoord heeft. Kijk hier maar.
* 8 juni — Vandaag heb ik Willy Pozzolo weergezien, een toffe pee. Hij is de kroegbaas
van de Folk geweest, een kroeg waar ik menig uur
gesleten heb. We gaan een koffie nuttigen en halen herinneringen op aan de tijd
dat we massaal veel sigaretten rookten en in Oostende op de verkiezingslijst
van de RAL stonden. Hij deelt me ook de grootte van zijn pensioen mee en da’s (uiteraard) meer dan wat ik vang.
Mireille, die er ook bij is komen zitten, wijst me erop dat ik misschien
wel een klein pensioentje heb, maar wel een eigen huis. En ook nog een in
Frankrijk, voegt Willy eraan toe. We nemen afscheid. Willy betaalt het gelag.
Dat mag ook wel met zo’n pensioen.
* 9 juni — In de krant lees ik dat duizend academici in een petitie pleiten voor
meer menselijkheid in het debat over asielzoekers. Het is een weerwoord op een
discours dat door politici als Bart De Wever wordt gebruikt. ‘Een
discours dat, zo leert de wetenschap, gevaarlijk is.’ Gelukkig staat tante Mia Doornaert niet op de lijst van ondertekenaars en haar ideologische neefje Maarten Boudry evenmin. Ook hoor ik professor Rik
Torfs (kerkelijk recht) zeggen dat hij de petitie niet ondertekent. Hij vindt die
‘iets te polemisch’. Ik denk dat het gewoon
een tjeventruc van hem is.
Zelf heb ik de petitie wel ondertekend; niet als academicus, maar als
solidaire mens. U kunt dat hier trouwens ook doen. Bovendien heb ik ter zake een
eigen schotschrift gepubliceerd. Kijk (nog) maar eens naar Zijt ge niet beschaamd. Het gedicht werd massaal
gedeeld en staat inmiddels in de top 10 van de meest bekeken stukken uit deze
blog.
Mag ik u er ten slotte op wijzen dat dit mijn laatste dagboeknotitie
is. Aan het begin van de week had ik me voorgenomen het tot het einde van de
week vol te houden. Opdracht volbracht. Een dagboek bijhouden? Ik blijf het een karwei vinden.
Flor Vandekerckhove
(°) David Sedaris. Gestolen voorwerpen. Dagboeken 1977-2002. Lebowski Publishers, Amsterdam 2017. 510 p.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten