zaterdag 30 juni 2018

Waar is Sokètje?

— Nijlen, Paasvakantie 1965. Van links naar rechts: Marc Loy, Koenraad Levecke (†), Hugo Pauwels en de jongen waarnaar we op zoek zijn: Sokètje, Johan Decramer (met pijl.) —

WIE IN FRANKRIJK een overweg gezien heeft weet het wel: un train peut en cacher un autre. Iets soortgelijks geldt voor dit stukje: een vraag kan een andere verbergen en in dit geval zelfs meer dan een. Waar is Sokètje? Tweedens: hoe heet Sokètje? En om te beginnen: wat betekent Sokètje?
Waarom werd die jongen door ons zo genoemd? Is het een bijnaam en slaat die op het Franse soquet, het Nederlandse fitting, het gedeelte van de armatuur waar je de lamp inschroeft? Of is sokètje de verbastering van jockey? Misschien is Socquet zijn echte naam, dat kan ook, die naam bestaat. En hoe luidt zijn voornaam? Ge ziet: het zijn teveel vragen voor één mens.
Hij was al een tiener toen hij hier, in Bredene, kwam wonen. Verblijven, zijn thuisstad was, denk ik, Roeselare. Dat verblijven deed hij, denk ik, bij zijn grootouders, in een klein, alleenstaand huisje dat, in mijn herinnering, aan de zeekant van de Kapel(le)straat stond. Ik denk niet dat het nog bestaat.
Tijdens dat verblijf liep hij school in ’t college van Oostende. Weet iemand welke studierichting hij daar volgde? Valt zijn naam te traceren op een of ander palmares van die school? (In dat van het jaar 1968 wellicht.) Was hij elders weggestuurd? Had hij het in Roeselare te bont gemaakt? Verklaart dat zijn plotse aanwezigheid in Bredene? Zijn integratie verliep in elk geval probleemloos en hij werd meteen in de bende opgenomen, zoals ook uit de foto’s in mijn schoendoos blijkt. Ik herinner me hem als een moppentapper en als een overtuigde pijproker. Ik herinner me ook een feestje dat hij in dat huisje gaf.
Later heb ik hem eens in Gent ontmoet, vlak bij het rectoraat van de unief. Daar was hij ingeschreven in de faculteit psychologie & pedagogische wetenschappen. Ik herinner me dat hij toen een ietwat afstandelijke indruk maakte. Hij was in elk geval gehaast en kwiek stapte hij verder. Nu en dan produceerde hij daarbij een rookpluim, hij lurkte ook toen nog aan de pijp. Ik keek hem na tot hij uit het zicht verdwenen was en tegelijk ook uit mijn leven, daarna heb ik Sokètje nooit meer weergezien.

Geen opmerkingen: