donderdag 12 juli 2018

Waar is Sokètje (II)


1965 in Nijlen. Sokètje is nummer 4. — 1. Chris Stuyts (†); 2. Marc Loy; 3.Gilbert Boey; 4. José (?) Johan Decramer a.k.a. ‘Sokètje’; 5. Ivan Schamp; 6. Roland Vanmassenhove(†); 7. Jan Vangeluwe; 8. Koenraad Levecke (†); 9. Flor Vandekerckhove; 10. Lucien Leroy; 11. Erik Poppe; 12. Willy Versluys; 13. Hugo Pauwels; 14. Daniël Crabeels; 15. Bert Tas; 16. Serge Schout; 17. Paul Vangeluwe; 18. Lucien Geryl.



EIND JUNI 2018 begin ik aan een zoektocht naar een makker waarvan ik me alleen de bijnaam herinner, Sokètje. Wie dat stukje↗︎ leest is niet verwonderd dat ik hem niet vind, de gegevens zijn schaars. Toch valt 1 en ander te rapporteren. 

Er zijn er wel meer die zich Sokètje herinneren. Erik Poppe (op de foto onder nr 11): 

Ik herinner mij Sokètje zeer goed: een bijzonder sympathieke gast die, zoals je terecht schrijft, zich direct in onze groep thuis voelde. Wat ik mij nog ‘t meest herinner is zijn fiets: bijzonder was dat die een soort ossenkopstuur had (nu is dat gemeengoed, maar toen absoluut een bezienswaardigheid). Met twee paar remmen! Op die manier kon hij altijd remmen, waar hij het stuur ook vasthield. Had hij zelf gemonteerd, weet ik ook nog. Volgens mij had hij zijn bijnaam te danken aan het Franse soquet, het gedeelte van de lamp. Waarom we hem die bijnaam gaven, weet ik niet, maar vermoedelijk had het met zijn technische vaardigheden te maken. Ik heb hem later niet meer gezien, want hij verdween even plots als hij gekomen was. Maar die ‘freins’ op zijn fiets ... ja, dat was toch geniaal.’ Ook Francine Kerkaert herinnert zich die jongen: ‘Sokètje herinner ik me goed, hij woonde ergens aan het kapelletje. Ineens was hij daar en plots was hij weer weg.’

’t Oostendse College, waar Sokètje school liep, doet ook een duit in het zakje, maar die helpt ons helaas niet vooruit: 

‘Onze data worden "slechts" 30 jaar bijgehouden. Bijgevolg hebben wij geen documentatie / resultaten van leerlingen van 1968.’
Dan komt onverwachts dit briefje van Marc Loy (op de foto, nr 2). Hij is journalist en schrijft me: 
‘Misschien is er een lichtpuntje. Ik interviewde onlangs Patrick Moenaert, oud-burgemeester van Brugge. Als ik me niet vergis heeft hij Sokètje in Oostende als klasgenoot gekend.

‘Spijtig’, zegt die oud-burgemeester me, 

‘maar ik weet alleen dat Sokètje plots overgewaaid kwam, ten hoogste tijdens de twee laatste jaren van de humaniora. Hij was een prima gast. Zijn naam ken ik niet meer. Maar…’ voegt hij eraan toe, ‘advocaat Danny Crabeels kan u wellicht helpen.’ Enkele dagen later volgt er nog meer post van Moenaert: ‘De kwestie boeit me. Laat je me iets weten als je meer verneemt? Dank. Patrick.’

Crabeels (nr 14 op de foto) antwoordt: 

‘Sokètje was thuis in Roeselare onhandelbaar geworden, en werd daarom naar Bredene gestuurd, waar hij in het huisje van weduwe Blanckaert verbleef, een familie van campinguitbaters. Zijn naam is Decraemer en zijn voornaam José, maar dat laatste ben ik niet zeker.’  
Vandaar dat ik mijn vraag — Waar is Sokètje? — kan verfijnen. Ik laat die thans wereldwijd als volgt weerklinken: Waar is (José?) Decraemer, door ons Sokètje genaamd? En heette hij wel José? 
 
— Johan Decramer, a.k.a. Sokètje. —

2 opmerkingen:

eyland zei

Weet je in welk jaar hij is geboren of toch ongeveer.
groetjes daniel eyland

De laatste vuurtorenwachter zei

Ik denk 1948. (Waarschijnlijk Roeselare).