|
- Foto uit de collectie van het museum Psychiatrisch Centrum Dr. Guislain. - |
In die tijd werkte ik niet ver van het Psychiatrisch Centrum Dr. Guislain, waar ik dagelijks passeerde. ‘s Middags
waren de patiënten in de tuin aan ‘t werk. Vanaf de straat kon je
hen niet zien, er was een hoge muur, maar je kon ze
wel horen. Telkens hoorde ik wel honderd man in koor
zeggen: vierenvijftig, vierenvijftig,
vierenvijftig… Ik had geen idee waar dat getal voor
stond, en wat me eerst alleen maar nieuwsgierig maakte, werd al gauw een kleine
obsessie.
’t Was een hoge muur en ik kon er niet overheen kijken, maar ergens
halverwege had ik een kijkgat opgemerkt. Respect weerhield me er lange tijd van om
door dat kijkgat te gluren, maar op een dag werd het me teveel. Toen ik weer aan dat kijkgat passeerde
en weer vierenvijftig, vierenvijftig,
vierenvijftig… hoorde, hield ik de pas in. Nadat ik me ervan vergewist had
dat niemand toekeek, gluurde ik stiekem met één oog door de opening.
Razendsnel stak iemand aan de andere kant een bezemsteel door dat gat,
vlak in mijn oog, en toen ik, danig geschrokken, betrapt, en met een pijnlijk
blauw oog maakte dat ik wegkwam, hoorde ik aan de andere kant van
de muur enthousiast roepen: vijfenvijftig,
vijfenvijftig, vijfenvijftig…
[Ik ben een geboren en getogen West-Vlaming, ik woon er ook. Wel heb ik sterke Gentse banden. M'n familie langs moederskant is Gents, mijn kinderen en kleinkinderen zijn Gentenaars en zelf heb ik ook lange tijd in Gent gewoond. Ik publiceer een aantal posts over Gent, vignetten, verhalen, gedichten… telkens geïnspireerd door huizen en straten waar ik gewoond heb. Starten deed ik met eentje over de Keizer Karelstraat⇲, daarna volgde een handpalmverhaal over de St.-Pietersaalststraat⇲.]en onlangs publiceerde ik een stukje over de Sint-Lievenspoortstraat⇲. Het ene verhaal ligt al dichter bij de waarheid dan het andere, en dat van vandaag is de vertaling van een mop.]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten