— Edvard Munch. ‘Schilder bij
de gevel’. 1942, olie op doek,90 x 68 cm. —
|
In 2017 stelt de Noorse
schrijver Karl Ove
Knausgård een tentoonstelling samen met veelal onbekende, soms zelfs nooit eerder
tentoongestelde werken van zijn landgenoot Edvard Munch↗︎, alom bekend als de schilder van De schreeuw. Een van de werken heet Schilder bij de gevel. Het dateert van
1942 en werd nooit eerder geëxposeerd. Op het internet vind ik er zelfs geen
beeld van. Ik haal het uit het boek dat Knausgård n.a.v. die tentoonstelling schrijft.
(°)
Knausgård gebruikt dat doek om
ons uit te leggen wat schilderkunst is.
‘Het schilderij (…) is geen zelfportret, maar het nodigt uit tot reflectie over wat schilderen voor Munch betekende, door het verschil tussen enerzijds de man die het huis schildert, en die dat midden in de wereld doet, en anderzijds Munch die er een schilderij van maakt, en die eveneens midden in de wereld staat, maar niet op dezelfde manier, want terwijl de verf die de huisschilder op de muur aanbrengt ook als materie in de wereld bestaat, creëert de verf die Munch op het doek aanbrengt ook nog eens een andere wereld. (…)’
Eerder had ik al een notitie gemaakt van een lange zin in dat boek, die eigenlijk hetzelfde zegt:
‘Kunst is zelf een deel van de wereld, uiteraard, net zoals alles wat we maken een deel van de wereld is, maar kunst onderscheidt zich van de dingen door altijd méér te zijn, omdat ze niet alleen een object in de wereld is, maar bovendien een werkelijkheid op zichzelf creëert, naast of boven de werkelijkheid die we gewoonlijk zien en waar we ons gewoonlijk in ophouden.’
Knausgård
komt daar in dat boek wel meer op terug, zoveel zelfs dat ik er eerder al een
apart stukje van gemaakt heb. In de blog heeft dat een merkwaardige titel gekregen, ‘Knausgård
ontmoet Anna Karenina in het schildersatelier’, het staat hier↗︎.
(°) Karl Ove Knausgård. Zoveel verlangen op zo’n klein Oppervlak. Een boek over de
schilderijen van Edvard Munch. Vertaling: Sofie Maertens en Michiel
Vanhee. A’dam 2018. Athenaeum — Polak & Van Gennep. 254 p.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten