Mei 2010. Peter Holvoet-Hanssen in volle doen in podiumcafé Zwart/Wit in
Berchem.
Achter de katheder neuriet De Laatste Vuurtorenwachter met hem mee. (Foto Jo Clauwaert) |
Peter Holvoet-Hanssen ontvangt dit jaar de Louis Paul Boonprijs, ook HAM-prijs genoemd. Ham
komt niet van hesp, toch bestaat de prijs uit een fors uitgevallen ham. Ik heb de
dichter al gefeliciteerd: ‘Peter, Ik ken geen enkele kunstenaar die daar meer voor in
aanmerking komt dan jij. Mijn binding met mens & maatschappij is maar een
druppel in vergelijking met de oceaan die de jouwe is; ik ben dan ook veel
minder mens dan jij (ik heb bijvoorbeeld geen talent voor vriendschap).’
Peters antwoord bevestigt wat
ik wil zeggen: ‘Grandige Flor’,
schrijft hij ‘het feest is zondagmiddag
22 december in de Zebrastraat te Gent; keeping u posted! En ge onderschat
uzelve: ik neem een groot mes mee om een groot stuk van de ereham aan U te
schenken als Prijs van Het Kapersnest... Hou koers, dank voor alle steun en
inspirerende vuurtorenwachterswoorden!’ Zoveel generositeit in een kort
mailtje ! Is dat niet merkwaardig/menswaardig? En 't is iets wat mij volkomen
vreemd is.
Peter
Holvoet-Hanssen werkte destijds intens mee met Het
Visserijblad dat ik tot 2013 uitgegeven heb. Hij werd daarin
aangevuurd door Jo Clauwaert, nog iemand die met mijn gebrekkig vriendschapstalent
geconfronteerd werd.
Dat gebrek,
zo heb ik gaandeweg geleerd, maakt deel uit van mijn eigenheid. Ik ben daar
uiteraard niet trots op. Net als mijn leeftijdgenoot Arno (70) moet ik zeggen:
‘Ik zou niet willen dat iedereen was
zoals ik, want dan zouden we zwaar in de stront zitten.’ Maar ook dit is
waar: Arno zal nu niet meer veranderen, en ik evenmin. Het enige wat wij wel nog
kunnen doen is wat Jacques Cocteau ons voorhoudt: ‘Ce que l’on te reproche, cultive-le, c’est toi-même.’ Dat
cultiveren begint te dringen nu onze eindigheid zich opdringt.
Hoe gaat
Peter Holvoet-Hanssen met zijn eindigheid om? ‘Als je de dood in de ogen kijkt, raak je minder gefocust op je eigen
kleine leven; iets meegeven of achterlaten wordt belangrijker.’ (°)
Peter laat
een oeuvre achter en Arno ook. En ik, wat laat ik achter? Wel, laat me toe dat
ik u nu mijn testament voorlees. Ik schraap mijn keel en zeg:
‘Na
mijn dood gaat mijn lichaam naar de wetenschap. Voor de rest wil ik in stilte
verdwijnen. Geen plechtigheid, geen grafsteen, geen optocht, geen fanfare, geen
treurmars van Chopin, geen genodigden, geen toespraken, geen vlaggen, geen
koffietafel, geen feestje, geen drankgelag, geen herdenking, geen tralala. Mijn overlijden wordt
in De Laatste Vuurtorenwachter aangekondigd en alleen daar, want de titel moet
luiden: Dit bericht geldt als enige kennisgeving.
Wel
wens ik dat De Laatste Vuurtorenwachter door mijn nabestaanden gearchiveerd
wordt of anderszins bewaard. De blog bevat immers het beste wat ik ooit
geschreven heb. Daar vind je mijn memoires en ook een flink stuk familiegeschiedenis.
Dit is wie ik ben, dit is wat ik in volle vrijheid schrijf. Ik
vraag dat in de hoop dat iemand er ooit iets mee aanvangt. Indien jij dat niet bent,
dan misschien een van de kinderen, of een van de kinderen van de kinderen, of een van de kinderen van de kinderen van … (Je merkt het: dit neigt gaandeweg naar de
eeuwigheid.) ’t Is niet omdat ik pretendeer dat ik literatuur schrijf hoor, ’t
is dat ik hoop dat mijn teksten als compost dienen waaruit nieuw leven kiemt,
en wel in de geest van Samuel Beckett die sprak en zeide: Ever tried. Ever failed. No matter. Try again.
Fail again. Fail better.’
Nu eerst
tanden poetsen en dan naar bed.
Flor Vandekerckhove
(°) Peter
Holvoet-Hanssen. Het einde. In DS der Letteren, 10 mei 2019.
Ook dit zegt
Peter Holvoet-Hanssen in het krantenstuk waarnaar ik verwijs: ‘Hoewel ik intussen 59 ben, leid ik nog
steeds een rock-‘n-rollbestaan.’
Zo ken ik er
nog. Peters kompaan Jo Clauwaert bijvoorbeeld. Ook hij cultiveert tot op hoge
leeftijd het rock-‘n-rollbestaan. Mij is zo’n bestaan vreemd — ’t leven is
veel te mooi om het op te branden — maar ik kan er wel een gedicht over
schrijven.
De kraaienmare verschijnt in
2018 n.a.v. een tentoonstelling van Clauwaerts werk in Sint-Martens-Latem. Ik
draag het vandaag op aan alle oude rockers. En dit is wat Peter Holvoet-Hanssen
van het gedicht vindt: ‘Zeg, die Kraaienmare is niet
normaal: die opbouw, dat machtige einde, uw Stem. Chapeau!’
Luister ernaar op de poscast en klik hier !
1 opmerking:
Komt goed! x
Een reactie posten