We rijden een
indrukwekkend groot autokerkhof op, een doolhof van wel vijfhonderd wrakken. Terwijl
papa op zoek gaat naar dat ene stuk dat bruikbaar is, mag ik mijn
kinderlijke fantasie botvieren. Vooral de grote Amerikanen trekken me aan.
Dodge, Buick, Cadillac… Ik open portieren, kruip door openstaande raampjes,
zoek in handschoenkastjes en in kofferbakken. Van die ene Oldsmobile gaat het
naar de andere Chrysler. Een Corvette brengt me naar een Ford Fairlane en
vandaar gaat het naar een Pontiac die nog een sleutel in ’t contact
heeft zitten. Ik draai die om, de motor geeft geen kik. Ik probeer het nog
eens en nog. En net als ik naar een GMC wil verkassen, werpt iemand me vanaf de
achterbank een stuk van vijftig frank toe. Op ’t zelfde moment hoor ik een stem
die zegt: ‘Je moet eerst een beetje choke
geven.’ Dat is al akelig genoeg, maar pas als ik het hoofd draai krijgt de
schrik me goed te pakken. Op de achterbank zit een fel bebloede man met
gebarsten schedel. Hij draagt een verscheurd soldatenuniform, zijn handen zijn half
weggevreten. Ik hoor de zombie — want ja, hoe moet je zo’n wezen anders noemen?
— klaaglijk roepen: ‘Blijf
nog wat bij ons, want het is zo triestig te sterven in de lente.’
Ik
roep om mijn vader — papa! papa! papa! — maar die is kweetniewaar met een stuk
ijzer in de weer. In paniek vlucht ik uit de Pontiac weg en raak almaar dieper
verdwaald in de wirwar van auto’s.
Het is al aan ’t
duisteren wanneer mijn vader me weet te vinden. Ik lig te slapen op de achterbank
van een Checker. Papa schudt me wakker. Hij is erg kwaad, zegt hij, want hij heeft
door mij veel tijd verloren. Ik vertel hem wenend wat er gebeurd is. Hij snuift en zegt: ‘Gauw, we zijn weg.’ Samen lopen we naar
de uitgang, hij met reuzenpassen en ik met korte beentjes. Papa houdt mijn hand stevig omklemd. Zelf omklem ik een stuk van
vijftig.
Flor Vandekerckhove
(°) Dit verhaal werd in gang gestoken door de zin een Lieve Melis me
meedeelde. Die luidde: ‘Blijf
nog wat bij ons, want het is zo triestig te sterven in de lente.’ Zij deed dat in het
kader van een experiment dat ik enige tijd geleden aanvatte. Daarbij vroeg ik
lezers of ze me een zin wilden geven. In ruil beloofde ik hun een verhaal. Meer
erover staat hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten