— Foto © Danny Willems. — |
HOE ZOU IK mijn avonden doorbrengen, mocht ik blijven drinken zijn? Arno beantwoordt die vraag in de prachtige song Oostende
bonsoir. Het lied — schoon maar triestig — portretteert niet alleen de stad, maar ook hoe een zeventiger er zijn avonden drinkend doorbrengt. Zouden ook
mijn avonden zo zijn? Wellicht wel.
Daartegenover staat dat Arno De Laatste Vuurtorenwachter
niet is; de Langestraat is de Opex niet; de Chèvre folle is café Zeemansverlangen niet; een rocker is geen eenling…
En een
songtekst is geen gedicht. In een song ligt de nadruk op de melodie, bij een gedicht ligt 't op de
woorden; poëzie is literatuur, song is muziek. Er zijn wel gedichten die je op muziek kunt zetten en sommige songwriters zijn grote
dichters, maar dit ene verschil zal niemand aanvechten: songs worden gezongen, gedichten gedeclameerd. Mijn drinkersvariante op Arno’s bonsoir is een gedicht.
Het artwork dat Danny Willems aan Arno’s song toevoegt doet
me beseffen dat ik in stijl moet uitrukken. Uit de kast haal ik m’n pitteleir↗︎ en m’n chapeau buse, ik trek de vuurtorendeur achter me dicht en schrijd de
oostelijke strekdam op. Daar, op ’t einde, laat ik mijn stem over de golven bulderen,
zodat hij de branding affronteert, de havengeul traverseert en aan de overkant arriveert, alwaar het gedicht, in de stad, hopelijk in goede aarde valt en
u het daar verder verspreidt als ware het een lopend vuurtje.
1 opmerking:
Opdracht 'een roos is een roos is een roos' volbracht!
Daarvoor neem ik mijn chapeau buse af...
Een reactie posten