MIJN SCHRIJFPRAKTIJK LIJKT wel een pingpongspel. Het balletje gaat over
en weer; je ziet het — ping! — aan deze kant van de tafel, dan weer — pong! — aan
gene. Nu kan ik hier nog duizend woorden aan toevoegen, maar ik ga dat niet doen: duizend woorden is tegen mijn poëtica, pingpong volstaat.
Ik zie het ook in het fotografisch werk van Marie-Thérèse De Clercq.
(°) Het ene werk is ping, het andere pong. Waardoor ik me afvraag of ik het mag
veralgemenen. Worstelt elke creatieve mens met de dialectiek die ik zo oneerbiedig
pingpong noem? Is het oeuvre van de kunstenaar de rapportage van een pingpongspel;
verslaggeving van iets wat voortdurend in beweging is? Heen en weer en weer heen? Pingpong waarvan Beckett zegt: ‘Geprobeerd.
Gefaald. Maakt niet uit. Probeer opnieuw. Faal weer. Faal beter.’
En opeens sta je voor iets wat zo evident is dat het nooit eerder
gezien werd. Proef die formulering, ik ben er trots op: iets wat zo evident is dat het nooit eerder gezien werd. Voorwaar
een merkwaardig moment, zowel in het leven van de kunstenaar als van de
toeschouwer: het balletje krijgt een mep die het in een baan om de aarde
slingert, het palet versplintert, de tafel staat in de fik; these (ping) en
antithese (pong) zijn overstegen, opgeheven, vernietigd.
Little Boy in the Frontline van Thérèse De Clercq is zo’n werk. Zelf zegt ze erover: ‘Ergens onderweg een oud
klein kerkje binnengestapt en plots werd m’n aandacht getrokken door een oude
stenen muur met vlekken, waarin ik de beeltenis van een kleine jongen ontdekte.’ Ze spreekt over
‘toeval’, anderen zullen ‘intuïtie’ zeggen of ‘instinctief inzicht’; het is
de krak in de spiegel, de barst in het bastion, de plek waar kunst ontstaat:
palet in gruzelementen, tafel in de fik, balletje de ruimte in.
Ik waar nog een wijle rond in de galerie en stoot op een gedicht dat
Véronique Djanga schrijft bij een andere foto van De Clercq. (°°) Kijk, dat kan ik
nu niet laten zie: ik leen een passage uit Djanga’s gedicht en plaats dat
stukje ongevraagd naast De Clercqs Kleine
jongen. De combinatie wordt een werk zonder titel. Ik plaats er een
denkbeeldig bordje met uitleg bij: ‘Palet in
gruzelementen, tafel in de fik, balletje de ruimte in.’
(°) Werk van Marie-Thérèse De Clercq is nog tot 15 december te zien in
De Casino, Stationsstraat 104 in Sint-Niklaas. Open van woensdag tot vrijdag vanaf 16 uur en in het weekend
vanaf 14 uur. (°°) Daar is ook Zelfbeeld te lezen, het volledige gedicht dat de Franstalige Véronique Djanga maakte voor de gelijknamige foto van De Clercq; met daarnaast een mooie Nederlandse vertaling van Dora Vande Velde.
— Van links naar rechts: Dora Vande Velde, Véronique Djanga, Marie-Thérèse De Clercq, Flor Vandekerckhove. — |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten