Alessandro Baricco sluit zijn nieuwe boek (°) af met een hoofdstukje Contemporary humanities. Term die slaat
op aan wat ze aan de Scuola
Holden⇲ doceren. Wie meer over dat merkwaardige instituut wil weten, moet zeker dit artikel⇲ eens lezen. Mij gaat het nu om iets
anders.
Met name om de eerste stelling van dat hoofdstuk. ‘De digitale opstand (…) was een reactie op (…) de shock van de
twintigste eeuw. Intuïtief wilde men aan die rampzalige beschaving ontkomen
door een vluchtweg in te slaan die door een aantal mensen was ontdekt (…)’
Baricco weet wie die mensen waren. In de jaren zeventig woonden ze in
Californië en ze maakten daar deel uit van wat hij ‘een aparte mensheid’ noemt: ‘waarin
informatica-ingenieurs, hippies, politieke militanten en geniale nerds
samenvielen onder de paraplu van een specifiek gemeenschappelijk sentiment:
ergernis over de wereld zoals die was.’
Op ’t eerste gezicht lijkt me dat een wel heel erg boude stelling, uit
de lucht gegrepen zelfs. Als ik er een beetje over nadenk wordt dat al anders. Maakte
ik in die jaren niet evengoed deel uit van een biotoop die actief was ‘onder de paraplu van een specifiek gemeenschappelijk sentiment: ergernis over de wereld
zoals die was.’? Wij zochten die
uitweg in stromingen die wel niet nieuw waren, maar toch als nieuw overkwamen, zoals
trotskisme of maoïsme. Naast onze deur leefden hippies, ecologisten en goede
zielen die het in Taizé gingen zoeken. Met elkaar gemeen hadden we dat het allemaal
pogingen waren om 'aan die rampzalige
beschaving te ontkomen.' Ge kunt u dat vandaag haast niet meer voorstellen,
maar zo ging het er toen wel aan toe.
Degenen waarover Baricco schrijft heb ik destijds niet opgemerkt — wellicht omdat ik geen nerd was en evenmin in Californië woonde — maar als ik diep nadenk
valt mij hier en daar toch wel een anarchist te binnen waarvan ik vond dat hzij
veel te veel tijd in technologie stak, alsof de oplossing daaruit ging
komen. Nog later stootte ik op de naam van Stewart
Brand⇲, een theoreticus
die in zo’n kringen een beetje de rol opnam die Ernest
Mandel⇲ voor ons, trotskisten, speelde. Baricco citeert die Brand
trouwens: ‘Veel mensen proberen de aard
van de mens te veranderen, maar dat is echt tijdverspilling. Je kunt de aard
van de mensen niet veranderen, wat je wel kunt doen is de tools die ze
gebruiken veranderen, de technieken veranderen. Dan verander je de
samenleving.’
Is dat zo? Volgens Stewart Brand wel en Baricco treedt hem bij. Door de
digitalisering zitten we nu te midden van ‘een
mutatie’. Da’s geen toeval, stelt Baricco: ‘Ze bestormden niet de machtspaleizen, ze gaven niets om de scholen,
stonden onverschillig tegenover alle soorten kerken. Ze groeven tunnels rondom
de grote forten van de twintigste eeuw, wetend dat die vroeg of laat zouden
instorten.’ En dan staat daar opeens, als bij donderslag: ‘Die zijn nu aan
het instorten.’ Der grosse Kladderadatsch⇲ ?
Lees dat boek eerst, voor ge die mens begint tegen te spreken!
Lees dat boek eerst, voor ge die mens begint tegen te spreken!
(°)
Alessandro Baricco. The Game. 2019. De Bezige Bij, A’dam. Vertaald uit
het Italiaans door Manon Smits. 335 pp.
Over
de theorieën van Alessandro Baricco schreef ik eerder al in De barbaren⇲ , Analoog versus digitaal⇲ en Het huis heropgezocht⇲.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten