Na De even plotse als vreemde verdwijning van Avondgenoegen (een filosofisch-literair-artistiek-hilarisch
stripverhaal waarvan de eerste aflevering hier staat en waarin ik nadenk over de
zin van mijn leven) resten er in de queeste naar mijn literaire toekomstperspectieven
twee onopgeloste vragen: (1) Wat is
Cabaret René Descartes, een vraag die we later behandelen;
en (2) Wie is René Descartes,
waarover we het hieronder hebben.
— René Descartes de Jongere, een aangespoelde Bredenaar die meer bekendheid verdient. — |
Er zijn twee
René Descartes. De René die ons interesseert is het minder bekende neefje van diens
oudere naamgenoot René Descartes. Voor de rest hebben die twee niet erg veel
gemeen, maar toch wel iets. Zo blijven beiden een leven lang tot de noen in bed
liggen. Van de oudere René is voorts bekend dat hij in 1618 naar de Republiek der
Zeven Verenigde Nederlanden reist, maar ook de jongere René is een reiziger. We
weten dat hij de Koninklijke Baan aan de Belgische kust afloopt van De Panne
tot in Bredene. We weten niet in welk jaar, maar vermoed wordt dat de Baan toen
nog niet ontdubbeld was. Over de reden van die verplaatsing redetwisten ook
vandaag nog altijd mensen die niets anders te doen hebben. Meest
waarschijnlijk is dat René op een dag zonder tabak valt, om sigaretten gaat, de ene bar-tabac na de andere op zijn weg gesloten vindt, de Frans-Belgische grens traverseert, ons land penetreert, al stappend constateert dat ook de tabakswinkels in België sluitingsuren hebben, tot hij in Bredene arriveert, waar men hem eindelijk van zijn geliefde
Gauloises kan voorzien, zelfs gesmokkelde, zonder taksbandjes. Voor René Descartes reden
genoeg om er te blijven wonen, hij wordt wat men daar noemt 'een aangespoelden'.
René
Descartes de Oudere is algemeen bekend om diens filosofische uitspraak: Je pense, donc je suis. Minder bekend is dat ook onze René iets
soortgelijks zegt: Ik smoor, dus ik ben. (*) Sommigen stellen dat hij smoren in
het Bredense dialect gebruikt, wat gewoon roken
betekent. Anderen menen dat smoren
wietroken is, iets wat almaar meer Bredenaars trouwens ook doen. De eersten
vinden een sterk argument in het enige schilderij waarop René Descartes de Jongere afgebeeld staat, het tableau met de Gauloises. Anderzijds weet gij ook
wel dat une Gauloise peut en cacher une
autre.
Flor
Vandekerckhove
(*) Ik smoor dus ik ben is ook de titel van een mijner gedichten. Het staat in de hieronder vermelde dichtbundel; een waar meesterwerk, aldus René Descartes die u tegelijk ook aanraadt het kleinood vandaag nog aan te schaffen.
(*) Ik smoor dus ik ben is ook de titel van een mijner gedichten. Het staat in de hieronder vermelde dichtbundel; een waar meesterwerk, aldus René Descartes die u tegelijk ook aanraadt het kleinood vandaag nog aan te schaffen.
Het gedicht ‘Ik
smoor dus ik ben’ maakt deel uit van de zopas verschenen gratis dichtbundel.
Vraag ernaar via liefkemores@telenet.be.
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten