zaterdag 15 februari 2020

Lieven Vanhoutte: een doener spoelt aan in Bredene

— Lieven Vanhoutte (°1952) —
Zelf leer ik hem kennen als de allereerste mens die naar mijn zopas uitgegeven dichtbundel (*) vraagt. Iets wat me uiteraard nieuwsgierig maakt: wie is die mens die er zo vlug bij is?
Wat ik te weten kom is dit: alhoewel hij er nog maar een jaar woont, is Lieven Vanhoutte al stevig ingeburgerd in Bredene. Hij laat daar al zijn stem horen in adviesraden, verzorgt taallessen aan aldaar opgevangen vluchtelingen, geeft lezingen. Wanneer ik hem contacteer, nodigt hij me meteen uit op zo'n lezing, een vrijzinnige kijk op de filosofie. Hoezo filosofie? Is Vanhoutte een filosoof? Toch niet. Wel brengt hij een verhaal rond filosofie op basis van portretten die hij schildert, koppen van filosofen. Hoezo? Is hij dan een schilder? Toch niet, dat schilderen is maar een hulpmiddel en hij toont me een boek dat hij geschreven heeft: Kleine verhalen over solidariteit. Het blijkt niet zijn enige te zijn. Hoezo? Is Vanhoutte een schrijver? Toch niet …
De sociaal pedagoog (°1952, Desselgem) is gepensioneerd, na een carrière in de vakbond. Op ’t laatst is dat als coördinator bij de Algemene Centrale van het ABVV, want Lieven is een socialist, net als zijn echtgenote, Veerle Deconinck, die voor de SP.a in de gemeenteraad van Waregem heeft gezeteld. Beiden hebben aan de KUL gestudeerd, alwaar een late wind van mei 1968 over hen heen gewaaid is. Iets wat wel meer mensen van mijn generatie gevoeld hebben. Vanhoutte vertelt me over ervaringen met Frans Wuytack, Alain Clauwaert, André Posman, Paul Lootens … mensen die ook mij bekend zijn, en niet toevallig. Terwijl hij koffie gaat zetten, monster ik zijn boekenkast, en ja, dat zijn de boeken die ook mij gevormd hebben.
Wie de politiek een beetje volgt, weet dat er nogal wat te doen is rond de behoefte van de nationalisten om ons een Vlaamse canon op te leggen. Daar hebben historici veel kritiek op en zelf heb ik er in Mijn bijdrage tot de Vlaamse canon danig de spot mee gedreven. Lieven Vanhoutte doet dat anders. Hij formuleert geen kritiek en hij drijft nergens de spot mee. Wat hij wel doet is dit: Momenteel werk ik aan een proefreeks rond helden om een soort alternatieve canon te vormen. Ik zal die waarschijnlijk op een soort reclameborden schilderen om een soort expo in open lucht te houden aan lantaarnpalen.’ Kijk, dat is het soort plan dat mij meteen enthousiasmeert: kunst op straat! Een speelse provocatie die me aan Provo laat denken! De verbeelding aan de macht! En dat door een gepensioneerde medemens! Op zijn facebookpagina zie ik al geschilderde portretten staan van John Lennon, Wim Opbrouck, James Ensor, Frans Masereel, Wannes Vandevelde, Abdelkrim Khattabi, Ghandi, Nelson Mandela … Tegenover de pretentieuze ernst van een nationalistische canon plaatst Lieven een speels internationalisme, dat hij concretiseert in iets wat voor de man in de straat behapbaar is. En ge zult zien, hij gaat dat uitvoeren ook, want tegen de tijd dat ik ’s mans woning verlaat, heb ik een woord gevonden dat Lieven Vanhoutte perfect omschrijft: doener! Lieven Vanhoutte is een doener.
Flor Vandekerckhove


(*)

De dichtbundel is gratis voor de lezers van De Laatste Vuurtorenwachter. Vraag erom via liefkemores@telenet.be.


2 opmerkingen:

Bert zei

Kunst op straat werd ook beoefend in 1968 in Parijs. Het werd een dusdanig succes dat nadat de revolte uitgedoofd was, Pompidou begon met de bouw van zijn Centre Pompidou in het hart van Parijs. De verborgen bedoeling was de straatkunst te verwijderen uit het straatbeeld en aldus zijn revolutionaire kracht te neutraliseren. De Centre Pompidou geeft nog steeds gratis ruimte voor optredens allerhande, netjes afgeschermd van de straat en verzameld op het plein vóór het Centre.

Marc Boone zei

Ik ken Lieven al een lang leven. Hij was mijn mentor bij mijn eerste syndicale jaren. Het deed mij wat toen hij uit onze streek verhuisde naar het verre Bredene. Je zult er wat aan hebben daar.
Marc Boone