Het is via Eileen Myles dat ik Maggie Nelson leer kennen.
Inmiddels heb ik De argonauten uit de
bib gehaald, een boek dat zowel roman als memoires is. Aan de berg recensies ga
ik er niet nog een toevoegen, u vindt die gemakkelijk hier, daar en elders. Maar ik wil er toch iets over zeggen. Zelf
heb ik in die recensies lang gezocht naar iets wat me bij ’t lezen meteen opgevallen
was: de eenheid die het boek structureert is niet het hoofdstuk, zoals een mens verwacht,
Maggie Nelson doet het met de paragraaf. Na enig zoeken vind ik toch een
recensent die het daar uitdrukkelijk over heeft. Ik vertaal uit The Guardian:
‘De
Nelsoniaanse gedachtegang is niet het hoofdstuk maar de paragraaf, een modus
die diepe zwenkingen en nevenschikkingen mogelijk maakt voor het door elkaar
plaatsen van anekdotes en analyses.’ Nelson doet het ‘om door oordeelkundige gelaagdheid een complexiteit te bereiken die
anders ongrijpbaar is. Dit wordt versterkt door de gewoonte van Nelson om haar
tekst aan elkaar te rijgen met cursieve verklaringen van andere schrijvers,
bronnen die in de marges zijn vastgelegd. Het effect is muzikaal, polyfoon, een
gesprek tussen meerdere deelnemers in plaats van een narcistische aria.’
Zo kan het
natuurlijk ook: per paragraaf. En, waarom niet, denk ik daarbij, per alinea;
zelfs per zin, lach niet: er bestaat wel degelijk twitterature en er is ook de monostich. Tal van experimenten
dienen zich aan. Wat dacht u bijvoorbeeld van deze monoku van Jim Kacian (een
haiku, maar dan een met slechts één regel, zonder punt op ‘t einde.): i
hope i'm right where the river ice ends (Ja, hopen we dat niet
allemaal?)
Flor
Vandekerckhove
Maggie
Nelson – De Argonauten. Vertaald door Nicolette Hoekmeijer. 2015. Uitgeverij
Atlas /Contact. 186 blz.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten