Het nest waaruit ik stam is er een van winkeliers, mijn ouders hebben geen opleiding, geen diploma, geen geld en kennen geen vak. Een vetpot is het nooit geweest, maar geholpen door de trente glorieuses↗︎ slagen ze er toch in om zich van een broodwinning te verzekeren. Wat ook helpt is dat ze slim, werkzaam en ondernemend zijn en dat mijn vader een plantrekker is. (Alleen die laatste kwaliteit heb ik geërfd.) Dat zoiets een scheve manier van denken genereert heb ik eerder al beschreven in Gauw!, een boek over mijn twaalf eerste levensjaren. En ’t is over die scheve manier dat ik het nu even wil hebben.
Ik lees al vroeg de krant. Er is in die tijd ook niets anders: geen internet, geen televisie, geen geld om aan de pas ontluikende jeugdcultuur↗︎ te participeren, er wordt niet gereisd. Alleen de krant. Het is 1960-61, ik ben elf, twaalf jaar. In die krant lees ik over het verzet tegen de Eenheidswet↗︎: er vallen doden, er sneuvelen winkelruiten. Vader windt zich danig op: die gesneuvelde winkelruiten! Voor het eerst verneem ik dat men zich meer kan opwinden over het sneuvelen van (eigen) ruiten dan om (andermans) doden.
Veel later… In de jaren tachtig moet ik weer aan vaders scheve manier van denken… heu denken. In het Verenigd Koninkrijk gaat premier Margareth Thatcher↗︎ frontaal in de aanval tegen de vakbonden. Er vallen doden, er sneuvelen ruiten. En in haar speeches herken ik vaders verontwaardiging: gesneuvelde winkelruiten! In haar biografie verneem ik hoe dat komt: Margareth is een kruideniersdochter. Godver, denk ik, telkens ik haar tekeer hoor gaan, de middenstand regeert zowaar het land. En nu moet ik er weer aan denken. Terwijl ik dit schrijf waait een stormwind van directe actie over de wereld. Moordend optreden van de Amerikaanse politie roept wereldwijd protest op. In een storm van directe actie sneuvelen standbeelden. Alhier heeft men het vooral op Leopold II gemunt, coryfee van het kolonialisme. De sociale media worden overspoeld door lieden die zich danig opwinden: ‘ons patrimonium’ wordt belaagd. Weer moet ik aan mijn vader denken: gesneuvelde ruiten! En waar ik ook moet aan denken is aan die cynische regel uit de song van Luc De Vos: De middenstand regeert het land / beter dan ooit tevoren.
In Gauw! vertel ik in 102 bladzijden het verhaal van mijn kindertijd in Bredene. Hoe heb ik die jaren 50 ervaren? Hoe wordt een kind in die tijd opgevoed? Het boek (e-boek, PDF of ePUB) is gratis en wordt meteen opgestuurd naar elkeen die erom vraagt. Mail naar liefkemores@telenet.be.
2 opmerkingen:
'Voorlopig gaan we nog even door
Op het lichtend pad, het verkeerde spoor'
Bedenkelijk is hoe vandaag notoire filosofen en andere geleerden uitvoerige redenaties ontwikkelen om het sneuvelen en bekladden van beeltenissen van een voormalig volkerenmoordenaar af te keuren. Ik ken er zelfs één die de Taj Mahal in India van dezelfde orde verklaart als een standbeeld van Leopold II.
Een reactie posten