dinsdag 9 juni 2020

Annie Vanhee, volkskunstenares

Deze blog kent een veelgelezen rubriek waarin ik herinneringen aan oude en oud-makkers ophaal. (*) Al heel lang wil ik daar een stukje over Annie Vanhee aan breien. Maar je weet hoe ’t gaat, degenen die je ’t meest nabij zijn, komen ’t laatst van al. Ja, we hebben — zowel samen als apart — al menig watertje doorzwommen, en ik beschouw haar inmiddels als de zuster die ik nooit gekend heb↗︎. (En zoals dat gaat met zusters: ze kan me al eens op de zenuwen werken.)
We zijn nog kinderen wanneer ik haar leer kennen. Met de makkers ben ik tot aan de Oostendse Oosteroever gefietst en daar is Annie op dat moment met haar vriendinnen aan ’t spelen. De ontmoeting blijft niet zonder gevolgen, Annie houdt er uiteindelijk een echtgenoot aan over. (Ja, ik weet ’t, ik maak grote sprongen, maar er valt dan ook veel te vertellen.)
Annie woont in die tijd in een uithoek (‘het stort’) van de Opex, gaat vroeg van school af en stamt uit een familie van bootjesjouwers↗︎. Het perspectief dat haar van huis uit aangeboden wordt, is als ’t ware dat van de vismijn; ’t minste wat je van die combinatie kunt zeggen is dat ze niet in de wieg gelegd werd om te worden wat ze wel geworden is. Het kan haast niet anders of dat de golden sixties↗︎ er voor iets tussen zitten.
Annie wordt in haar avontuurlijke levenswandel ook geholpen doordat ze een neus voor ‘het andere’ heeft. Ze doet aan yoga nog voor ik dat woord gehoord heb; werkt mee aan de stichting van de Feministische Partij↗︎; gaat als hippie in Israëlische kibboets werken; baat een vegetarisch restaurant uit en daarna nog een en nog een; wordt beroepsmilitair om aan een koksdiploma te geraken, deserteert (!);  test het communeleven uit; eet paardenbloemen, drinkt sap van zwammen, paardenmelk en water uit de Himalaya; onderneemt; trouwt, scheidt, trouwt weer en scheidt weer; maakt deel uit van het kunstenaarskoppel PIAS↗︎; ontwaart alom samenzweringen; klaagt de pillenindustrie aan en gaat zich te buiten aan alternatieven; weet alles over chakra’s en aura’s; rijgt snelheidsovertredingen aan elkaar; verkeert in heksenkringen; post folders van de PVDA; hult zich in geuren van wierook & patchoeli, heeft een kennissenkring van waarzeggers en andere charlatans; leest onleesbare boeken; bezoekt China, Japan, India en Afrika; verspreidt pseudo-levenswijsheden op FB, zoals ‘Ontroerd worden, bij het zien van de bloem die open staat, verwonderd naar de blauwe hemel staren, behoefte hebben op te gaan in de oneindigheid van een prachtige sterrenhemel, dat is verliefd zijn op het leven en nog nog nog …’; heeft iets met het tijdperk van Aquarius… De lijst is verre van volledig. Neem van me aan: je kunt het zo gek niet bedenken of Annie Vanhee heeft er iets mee.
— Dorpstraat 121, Bredene. Muurschilderij van Annie Vanhee. —
Maarrrrrrr… Ze is ook al tientallen jaren een gerenommeerde yogalerares, wordt daarnaast laureate in de tekenafdeling aan de Academie van Brugge (1998), wint de prijs van de Culturele Raad van Bredene (2005) en verzorgt in het Dorp, waar ze woont, ook vandaag nog een project van muurschilderijen, waarmee ze gestart is lang voordat het mode werd. Annie Vanhee mag op haar palmares schrijven dat ze als volkskunstenares een gerespecteerde plaats in haar gemeenschap verworven heeft. Niet slecht voor een meisje dat de vismijn als perspectief had. Ze verdient waarlijk een plek in de Wikipedia.

(*) Dat doe ik graag: een spoor opdelven dat naar een kennis uit lang verleden dagen leidt, Soms volstaat een toevallige ontmoeting om het spoor te trekken, zoals die keer met Dirk Berchmans. Soms loopt zo’n spoor dood. Dat is ‘t geval voor wat betreft José Decramer, aka Sokètje. Mijn zoektocht naar Patrick Van Molle liep zelfs dood aan diens voordeur in ’t Brusselse. Maar meestal leidt het naar een goed gesprek, zoals met Hugo Pauwels
of met Jean-Pierre Casier. Of met Dina Martein, Marc Loy, Wilfried Laforce, Marc Cromphout, René Deweert, Jean-Pierre Boentges, Jan Decreton, Freddy Buffel, Georges Verleene, Roger De Coster, Marc Van Middelem, Caroline Slabbinck, Rob Tas, Freddy Versluys & Ivan Steen en Noël Denys. Of naar trieste verhalen, omdat de protagonisten pas kwamen te overlijden, zoals Marcel Van Paemel, Roland Vanmassenhove en Jacques Chandler. Soms voert het naar nevenverhalen, zoals naar de passie voor de film die leraar Alfons Vandenbussche op latere leeftijd ontwikkelt, naar de wordingsgeschiedenis van muziekcentrum De Zwerver waaraan onze makker Koen Levecke ten grondslag ligt, naar verhalen over toneelstukjes die we in onze jeugd opgevoerd hebben, zoals met Erik Poppe en via een optreden in het rusthuis naar Ivan Schamp, of naar mijn eerste stapjes op de dansvloer met Marie-Claire De Boerderé. Het spoor leidt naar interesses die we indertijd gemeen hadden, met Yvon Kermarrec bijvoorbeeld, of naar herinneringen aan gemeenschappelijke doelstellingen, zoals met Eric Corijn. Soms leidt het zelfs naar een stukje over vaders, bijvoorbeeld over deze van Bernard Vanneuville en die van Werner Verbiest. Een enkele keer gebeurt ook het omgekeerde: iemand volgt een spoor dat bij mij uitkomt, dat is wat Gerdje Noels gedaan heeft, en ook dat heeft een mooi stukje opgeleverd.

Het einde der (corona)tijden
Een gedicht op youtube

1 opmerking:

Marijke zei

veel duimen omhoog voor Annie!!!!