zondag 5 juli 2020

Volksdichter bezingt Vlaamse identiteit

In de aanloop naar 11 juli, 

Vlaamse feestdag, 

ga ik op zoek 

naar Vlaamse identiteit. 

Net als Hugo Claus beschouw ik dat als zijnde

De plicht van de dichter.

Een nieuwe Berten Rodenbach staat op. 

Hou zee!


De fluimenwinkel

op 11 juli trek ik fietsend doorheen Vlaanderen op zoek naar inspiratie voor
iets wat een gelegenheidsgedicht moet worden en terwijl ik door een dorp rij 
valt mijn oog op een enorm grote leeuwenvlag die her de strijdvlag genoemd 
wordt en der de collaboratievlag en die fel wappert in de noordenwind
(ow ow owowow ow ow)

ik trek de remmen aan en noteer dat de vaan uit een vensterraam hangt van
wat wellicht een slaapkamer is en dat er op de benedenverdieping een 
winkel is waarvoor een lokkend bord me in fel geel & zwart meedeelt dat
ik daar terecht kan voor de aanschaf van de alom bekende Vlaamse fluimen
(ow ow owowow ow ow)

aarzelend steek ik de straat over om in de etalage een blik te werpen op
de merkwaardige waar die daar tentoongesteld staat en wanneer ik voor dat 
raam sta zie ik tot mijn ontsteltenis dat er Vlaamse fluimen in alle vormen 
en kleuren zijn maar de meeste zijn toch plat en de meerderheid is bruin
(ow ow owowow ow ow)

omdat de fluimenhandelaar me inmiddels gezien heeft en ook omdat de winkel
deur uitnodigend openstaat ga ik naar binnen en stel me aan die mens voor
als de volksverbonden dichter van een even indrukwekkend als ongelezen
oeuvre op zoek naar inspiratie voor een goed Vlaams gelegenheidsgedicht
(ow ow owowow ow ow)

hij zegt me dat de Vlaamse fluimenhandel van vader op zoon overgaat en 
dat de fluimenproductie voor hem geen geheimen meer kent en dat zijn
zelfgemaakte fluimen een erkend streekproduct zijn en dat er nergens
elders van die erkende Vlaamse volksfluimen gemaakt mogen worden
(ow ow owowow ow ow)

en dat het een product is waarop hij trots mag zijn net zoals hij trots is op 
de kerk die altijd in ’t midden staat en op de wind die uit het zeegat waait 
en op zijn zoon die al indrukwekkende fluimen draait en die klaarstaat
om in zijn voetsporen te treden en de Vlaamse fluimenzaak over te nemen
(ow ow owowow ow ow)

hij vraagt me of ik de Vlaamse fluimentraditie in mijn gelegenheidsgedicht
zal bezingen maar voor mij is een fluim een fluim en een fluim en dan 
neemt hij er een ter hand en zegt vol trots dat zijn fluimen de enige zijn die
klagen noch zagen en dat ze altijd in stilte starend hun werk blijven doen
(ow ow owowow ow ow)
(ow ow owowow ow ow)



De fluimenwinkel op youtube 

Geen opmerkingen: