vrijdag 24 juli 2020

Waarom ik geen beenhouwer geworden ben: 'Een col wast vlugger dan een kiel.'

— 1967 — Vader en zoon Vandekerckhove aan het kapblok van de kiekenwinkel in Bredene. —
‘Poelier worden, zoals papa er een is, kan iedereen, je moet alleen bereid zijn met bloedend en krijsend pluimvee om te gaan. Slager, da’ s iets anders, beenhouwerij moet aangeleerd worden en ja, een beenhouwer verdient meer dan een poelier. En je weet hoe het is met ouders, zij dromen van een betere toekomst voor hun kind. Dus wil papa dat ik beenhouwer word. Ik spreek hem niet tegen, omdat mijn mening niet gevraagd wordt, ook omdat ik vind dat beenhouwer Fernand Minne een toffe pee is die in zijn winkel worsten draait terwijl hij sigaretten rookt. Ik word twaalf jaar en de zaak moet getrancheerd worden. Bij een slager in de leer gaan is uitgesloten, papa zegt dat ik evengoed zijn winkel kan kuisen als die van Minne; mama vindt dat ik te goed leer om de school links te laten liggen. Even denken ze eraan mij naar de slagersschool van Anderlecht te sturen, daar moet ik dan intern worden en ja, hoeveel kost dat weer niet. De zaak blijft onbeslist. Het compromis bestaat erin dat ik naar het college in Oostende trek, niet naar de middelbare afdeling, wel naar een voorbereidingsjaar. Mijn ouders geeft dat enige tijd om de beenhouwerskwestie te trancheren. En in de winkel luister ik later in dat jaar een gesprek af tussen mama en een klant. Het is op die manier dat mij ter ore komt dat ik uiteindelijk toch geen beenhouwer word, want, zegt mama: 'Een col wast vlugger dan een kiel.' (Flor Vandekerckhove)


[Deze post dateert van 2020. In 2025 redigeer ik het stukje opnieuw, ten behoeve van de FB-groep Bredene Retro.] 

Geen opmerkingen: