Terwijl Tania de Eifel afwandelt, passeer ik dagelijks, op weg naar de bakker, het kerkhofje van Ligneuville, negen dagen lang, een noveen↗︎.
Op dag 1 zie ik dat Mériora Gillibrand († 1 maart 1863, ongehuwd, 56 jaar) daar begraven ligt, een oude juffrouw. Maarrrrrrr… op dag 2 valt me een plakkaat op: Ici repose le corps de Mlle Mériora Gillibrand en son vivant Monsieur Hawarden.’ Wanneer ik er op dag 3 passeer, heb ik niet alleen een geschnittenes Brot — ze hebben daar niet graag dat ge Amblève tegen de Amel zegt — onder de arm, maar ook de novelle van Filip De Pillecyn↗︎ (1935): ‘Monsieur Hawarden gaat naar Ligneuville en voor de eerste maal sedert zijn aankomst ziet hij hoe schoon het dal is waardoor de Amel trekt.’ Ja, dat is zeker waar. Op Dag 4 breng ik een bezoek aan Pont, Monsieur Hawardens woonplaats. Op Dag 5 zoek ik 1 en ander op over de gelijknamige film↗︎ (1969) van Harry Kümel: ‘De elegante en suggestieve psychologische karakterstudie verwijst meer dan eens naar Resnais, Dreyer, Bergman of Bresson. Dit freudiaanse drama munt ook uit door de prachtige landschapsfotografie en het gebruik van clair-obscur.’ Artistiek hoogstandje, commerciële flop. Dag 6 leert me dat Kümels film ‘vol ambigue seksuele implicaties’ zit. Daar vind ik bij De Pillecijn nauwelijks iets van terug: ‘En als Alex opkijkt ziet hij het gelaat van de vrouw, zo vol goedheid als alleen het gelaat van een vrouw kan zijn. Het grijzende haar boven het nog effen voorhoofd en onder het nachtkleed de lichte welving van de borsten. Hij vraagt niets. Zij knikt hem toe: Oui, mon petit. Zij zijn sprakeloos; haar hand raakt nog even zijn hand aan.’ Die Alex (Alexandre Micha, †1919) heeft wel degelijk bestaan, ontdek ik op Dag 7, hij laat memoires na. Naar verluidt spreekt hij in zijn kindertijd al over Monsieur Hawarden als over ‘un femme’.
Wat leer ik nog? De Pillecijn is niet de eerste die met het verhaal aan de haal gaat, ene Paffin is hem voor. Voor wie daarvan houdt: Google geeft hier↗︎ een interessante vergelijking tussen de Monsieur Hawarden van Paffin, die van De Pillecijn en ook die van Alex. Daar hou ik me op deze regenachtige Dag 8 mee onledig. Ook wil ik weten wat ze er in Ligneuville zelf van denken. In de bakkerij schrijven ze nogal wat weldaden toe aan Monsieur Hawarden: bundeltjes babykleren aan de deur van jonge ouders, betaald doktersbezoek voor wie geen geld heeft, discrete voedselhulp voor hongerlijders. Ergens↗︎ lees ik: ‘Voor de mensen hier zal ze altijd Monsieur Hawarden zijn, die het leven van vele kinderen heeft gered.’ Dat er iets aan de hand is met Monsieur Hawarden weten ze wel, maar ze stellen geen vragen.
‘De verfilming door Harry Kümel’, lees ik hier↗︎, ‘ligt aan de basis van de negatieve perceptie van het hoofdpersonage: de inwoners van Pont-Ligneuville vonden deze film kwetsend, teleurstellend en allesbehalve waarheidsgetrouw.’ Waardoor Monsieur Hawarden in die bakkerij op Dag 9 omzeggens heilig verklaard wordt — geen ongepast einde voor een noveen. Ik koop een extra croissant en leg die op het graf. Voor de rest is het daar zoals De Pillecijn zegt: ‘Overal rondom is de herfst. De weg ligt dik van blaren; die ritselen onder de kleine voeten van monsieur Hawarden. Die blijven liggen, vereenzaamd in de herfst, in het verloren gehucht Pont, waarlangs de Amel vliet, in het land van de Eifel, arm en verloren in een grensgebied.’
De onverwachte terugkeer van…
het schurend scharniertje
Geen opmerkingen:
Een reactie posten