Een video: Kenneth Goldsmith leest poëzie in het Witte Huis⇲. Dat filmpje is echt de moeite van ’t bekijken waard, Goldsmith toont daarin de facto aan dat voorgelezen verkeersberichten een groot poëziegehalte hebben.
’T IS ALWEER zeven jaar geleden dat ik op ’t internet een inspirerend boekje van Kenneth Goldsmith⇲ kon ontdekken. (°) Daarin heeft hij het over de nog altijd weinig begrepen literaire mogelijkheden van het internet. Ik heb daar in juni 2017 een stukje over gepost, Tijdverliezen op het internet⇲.
Vandaag bekijk ik Sucking on Words⇲, video waarin Goldsmith zijn inzichten deelt. Literatoren die nu gelauwerd worden, zegt hij, doen nog altijd ’t zelfde als hun negentiende eeuwse collega’s: personages creëren rond een plot. Schilders daarentegen zijn verplicht geweest zich te heroriënteren, de fotografie had hun vertrouwde terrein bezet, schilders moesten wel op zoek naar iets anders. Volgens Goldsmith zal ’t internet soortgelijk effect op literatuur hebben.
Vandaag bekijk ik Sucking on Words⇲, video waarin Goldsmith zijn inzichten deelt. Literatoren die nu gelauwerd worden, zegt hij, doen nog altijd ’t zelfde als hun negentiende eeuwse collega’s: personages creëren rond een plot. Schilders daarentegen zijn verplicht geweest zich te heroriënteren, de fotografie had hun vertrouwde terrein bezet, schilders moesten wel op zoek naar iets anders. Volgens Goldsmith zal ’t internet soortgelijk effect op literatuur hebben.
Kenneth Goldsmith was eerst beeldhouwer, nu is hij dichter. Dat verleden is er nog altijd aan te zien, hij produceert papieren boeken die NIEMAND LEEST. (Goldsmith: 'Je moet ervan uitgaan dat niemand het leest. Ik vind het gewoon fijn dat die boeken er zijn.’) Papieren boeken zijn voor hem beeldhouwwerkjes. Zo ontstond zijn boek Soliloquy in 1997 als installatie in een galerie.
Hij zegt belangrijke dingen voor de internetschrijver die ik wil zijn. Wat is zijn poëtisch uitgangspunt? Goldsmith: ‘Wat als het poëtische de boekwinkel verlaten heeft, net als Elvis het gebouw? Lang nadat de limousine was weggereden, was het publiek nog altijd om meer aan ’t schreeuwen. Zo ontsnapte ook de poëzie via de achterdeur naar het internet, waar het nieuwe vormen aannam die in niets op poëzie lijken.’ Je zult hem bijgevolg niet betrappen op het schrijven van sonnetten. Wat schrijft hij dan wel? In zijn 836 woorden tellende boek Day⇲ staat elk woord dat in de NYTimes van vrijdag 1 september 2000 stond: ‘Dagelijks schrijft elke krant een nieuw boek, waarin alle menselijke thema’s aan bod komen: liefde en haat, oorlog en vrede, lichaam en geest, kleine en grote dingen… Waarom zou een schrijver daar nog iets aan toevoegen?’
Goldsmiths poëzie is experimenteel en avant-gardistisch. Soliloquy⇲ bevat elk woord dat hij gedurende een week heeft uitgesproken (het boek van 488 pagina’s kost bij Amazon 342 euro!); The Weather⇲ bevat de uitgeschreven weerberichten van een heel jaar (120 pagina’s, 215 euro, inderdaad de prijs van een beeldhouwwerkje); in Traffic⇲ lees je de uitgeschreven verkeersinformatie van een dag in New York. Zo’n boeken worden uiteraard niet gelezen: ‘Je hoeft mijn boeken niet te lezen om een idee te krijgen hoe ze zijn. Ik vind ze zelf vervelend, ik val tijdens ’t proeflezen in slaap. Je hoeft alleen maar het algemene concept te kennen.’ Uitgangspunt is dat er literatuur genoeg in de wereld aanwezig is, dat je je die via ’t internet gemakkelijk kunt toe-eigenen. Hij verwerpt dan ook copyright: ‘De huidige discussie over literair copyright is te vergelijken met deze over literaire pornografie in de twintigste eeuw’. Iets nieuws maken is niet langer relevant, zegt Goldsmith. Maak datgene wat je vindt op ’t internet relevant, verplaats het, herschik het, verpest het, breng het samen, verzamel de gemaakte dingen van de voorbije honderd jaar. Schakelt dat de auteur uit, zoals zovelen ook over ChatGPT⇲ denken? Niet volgens Goldsmith: de ene herschikt het zo, de andere doet het anders, een derde doet er nog iets anders mee.
Hij zegt belangrijke dingen voor de internetschrijver die ik wil zijn. Wat is zijn poëtisch uitgangspunt? Goldsmith: ‘Wat als het poëtische de boekwinkel verlaten heeft, net als Elvis het gebouw? Lang nadat de limousine was weggereden, was het publiek nog altijd om meer aan ’t schreeuwen. Zo ontsnapte ook de poëzie via de achterdeur naar het internet, waar het nieuwe vormen aannam die in niets op poëzie lijken.’ Je zult hem bijgevolg niet betrappen op het schrijven van sonnetten. Wat schrijft hij dan wel? In zijn 836 woorden tellende boek Day⇲ staat elk woord dat in de NYTimes van vrijdag 1 september 2000 stond: ‘Dagelijks schrijft elke krant een nieuw boek, waarin alle menselijke thema’s aan bod komen: liefde en haat, oorlog en vrede, lichaam en geest, kleine en grote dingen… Waarom zou een schrijver daar nog iets aan toevoegen?’
Goldsmiths poëzie is experimenteel en avant-gardistisch. Soliloquy⇲ bevat elk woord dat hij gedurende een week heeft uitgesproken (het boek van 488 pagina’s kost bij Amazon 342 euro!); The Weather⇲ bevat de uitgeschreven weerberichten van een heel jaar (120 pagina’s, 215 euro, inderdaad de prijs van een beeldhouwwerkje); in Traffic⇲ lees je de uitgeschreven verkeersinformatie van een dag in New York. Zo’n boeken worden uiteraard niet gelezen: ‘Je hoeft mijn boeken niet te lezen om een idee te krijgen hoe ze zijn. Ik vind ze zelf vervelend, ik val tijdens ’t proeflezen in slaap. Je hoeft alleen maar het algemene concept te kennen.’ Uitgangspunt is dat er literatuur genoeg in de wereld aanwezig is, dat je je die via ’t internet gemakkelijk kunt toe-eigenen. Hij verwerpt dan ook copyright: ‘De huidige discussie over literair copyright is te vergelijken met deze over literaire pornografie in de twintigste eeuw’. Iets nieuws maken is niet langer relevant, zegt Goldsmith. Maak datgene wat je vindt op ’t internet relevant, verplaats het, herschik het, verpest het, breng het samen, verzamel de gemaakte dingen van de voorbije honderd jaar. Schakelt dat de auteur uit, zoals zovelen ook over ChatGPT⇲ denken? Niet volgens Goldsmith: de ene herschikt het zo, de andere doet het anders, een derde doet er nog iets anders mee.
° Kenneth Goldsmith. Wasting Time on the Internet. 2016. Uitg. Harper Perennial. 132 pp. ISBN 978-0-06-241647-6. Het boek is nog altijd makkelijk en gratis te downloaden.
Mijn jongste publicatie is een e-boek dat 200 verhalen bundelt. ’t Zijn extreem korte verhalen, soms drie lijnen, soms maar één; speciaal geschreven voor internetlezers waarvan men zegt dat ze een korte spanningsboog hebben, ’t is dus echte internetliteratuur. Meer: elk van die verhalen kan ‘getagd’ worden, aangeklikt. Wie dat doet komt op m’n YouTubekanaal terecht, waar ik dat verhaal voorlees, declamatie die ik lardeer met beelden en muziek. Eerder had ik al iets soortgelijks gedaan met Gauw!⇲, waarin ik over mijn kindertijd vertel, in dat boek krijgt elk hoofdstuk een tag die de lezer desgewenst naar een muziekje uit het aldaar besproken jaar leidt.
De digitale publicaties (pdf en EPUB) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel: in dit geval ‘200’, dan begrijp ik het wel.): liefkemores@telenet.be⇲.
De digitale publicaties (pdf en EPUB) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel: in dit geval ‘200’, dan begrijp ik het wel.): liefkemores@telenet.be⇲.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten