Mistbank — In de openingszin van dit verhaal stapt de ik-figuur over het pad van een oud, desolaat kerkhof, koud, mist, stilte. In ’t midden, van ‘t verhaal alsmede van het kerkhof, slaakt de antiheld een kreet wanneer hij opmerkt dat een onzichtbare hand de grafsteen vlak naast hem verschuift. De slotzin van dit driezinnenverhaal verdwijnt in de duistere mistbank die zich niet toevallig op ’t zelfde moment als een deken over ’t kerkhof spreidt.Aflijvig — De dichter dicht, de zanger zingt, de aflijvige verdwijnt in ’t graf, alsmede in de vergetelheid.Raad — Wie kleine kinderen nastreeft, copuleert bij voorkeur met kleine mensen. Dit is een raad van de man met de zeis, want men moet zaaien om te maaien.
De digitale publicaties (pdf en EPUB) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel: in dit geval ‘200’, dan begrijp ik het wel.): liefkemores@telenet.be⇲. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten