VROEGER deed ik dat nooit, maar naarmate de periode van de goede voornemens naderde, beloofde ik mezelf beterschap en nam ik me voor om dat voortaan toch maar te doen, lezersbrieven beantwoorden. Wat eind november met een brief van activist Raf Verbeke begon, zette zich door met antwoorden op filosoof Eddy Strauven, muzikant Noël Van Herreweghe en sales manager Jan Lamote.
Op 10 december kreeg ik post van Christophe Olievier, kunstschilder. Over hem schreef ik eerder al in Kwajongens van de kunstscene en Schreeuwen van de gruwel; in de filmopname van mijn gedicht De Perselaar is werk van hem te zien. Olievier is ook bestuurslid van de kunstenaarsbende Artslag. Hij schrijft: ‘In De Laatste Vuurtorenwachter heb ik je 'Kritiek uiten op Israël' gelezen. Je bent een machtig schrijver Flor, ik zou je graag terug bij Artslag hebben.’
Op 10 december kreeg ik post van Christophe Olievier, kunstschilder. Over hem schreef ik eerder al in Kwajongens van de kunstscene en Schreeuwen van de gruwel; in de filmopname van mijn gedicht De Perselaar is werk van hem te zien. Olievier is ook bestuurslid van de kunstenaarsbende Artslag. Hij schrijft: ‘In De Laatste Vuurtorenwachter heb ik je 'Kritiek uiten op Israël' gelezen. Je bent een machtig schrijver Flor, ik zou je graag terug bij Artslag hebben.’
Beste Christophe, Je herinnert me aan mijn korte tijd bij Artslag — in 2020 — aangetrokken als ik werd door de indrukwekkende beelden in de Persepit. Schrijver was ik al lang, maar als dichter debuteerde ik pas in dat jaar, met De man die sneller schijt dan zijn schaduw. Ik dacht: als de kwaliteit van de Artslag-dichters vergelijkbaar is met die van de beeldhouwers, dan helpt hun respons me ongetwijfeld goed vooruit. Ik werd lid en moest constateren dat de Artslag-dichters mijn bundel… compleet negeerden, later begreep ik ook hoe dat kwam. Ik ga daar niet op terugkomen, ’t staat samengevat in Afscheid van de Persepit.
Christophe, ik kom niet terug. De passage bij Artslag heeft me ook iets over mezelf geleerd. Ik ben zoals de Amerikaanse dichter Russell Edson het van zichzelf zegt: ‘In plaats van te socialiseren kweek ik liever paddenstoelen in de grot van mijn gedachten en communiceer met vleermuizen die in mijn gepersonaliseerde klokkentoren wonen. Helaas is poëzie nu een sociale club. Je moet niet alleen schrijven, je moet ook een sociaal wezen zijn. Het sociale deel is waarschijnlijk het belangrijkste. Wie een prettig persoon is, hoeft zelfs niet echt goed te schrijven om een schrijfcarrière te hebben.’ Ik ben geen 'prettig persoon', Christophe, dat zal nu ook niet meer veranderen (als ik het al zou willen), wel ben ik iemand die — machtig, zoals je zegt 😜 — goed schrijft. Dus Christophe, laat me, zoals Ramses Shaffy het ietwat hoogdravend zingt, mijn eigen gang maar gaan.
De e-boeken (pdf of EPUB naar keuze) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel): liefkemores@telenet.be⇲. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten